-

Maandag: Romeinen 8:25-32 - De Geest bidt

Paulus heeft in zijn leven ervaren dat hij van zichzelf niet kan bidden. Zelfs in de moeilijkste omstandigheden lukt het soms niet om de juiste woorden te vinden. Dat weet de Heere ook. Daarom schrijft de apostel dat de Heilige Geest ons te hulp komt. Hij leert ons bidden. In de brieven van Johannes lezen we dat Christus de Voorspraak, de Verdediger van Gods kinderen is bij God. Hij pleit voor hen (1 Joh. 2 : 1). Maar de Heilige Geest helpt de bidder door hem tot gebed op te wekken en ook als het ware de woorden voor te zeggen. Daarom staat de oprechte bidder er nooit alleen voor.

-

Woensdag: Lukas 18:1-8 - Aanhoudend bidden

De Heere Jezus vertelt de gelijkenis van de weduwe met het doel dat men niet moet opgeven in het gebed. De vrouw bleef terugkomen. Telkens opnieuw kwam ze met de vraag om haar recht te doen. Steeds liet de rechter haar onverrichterzake terugkeren. Ze was teleurgesteld. Maar ze ging niet bij de pakken neerzitten. Wat stond haar nog te doen? Ze had geen ander middel dan steeds maar weer te vragen of de rechter haar wilde helpen. Het enige middel dat ze had was aanhouden! Ze gaf niet op. En de aanhouder wint. Een bidder mag nooit de moed opgeven. Ook als het lijkt alsof God niet hoort. De Heere wil dat zondige mensen steeds maar weer terugkeren aan Zijn voeten.

-

Vrijdag Johannes 16:22-27 - Bidden in Jezus’ Naam

Veelal wordt een gebed afgesloten met de woorden “om Jezus’ wil.” Dat is niet zomaar. De Heere Jezus leert zijn discipelen dat ze dat juist zo moeten doen. Zij mochten en moesten de naam van de Heere Jezus noemen bij de Vader en pleiten op Zijn verdienste.

Juist het noemen van de naam van Jezus maakt een gebed zoveel dieper. Er wordt mee uitgedrukt dat we geen rechten hebben. Alleen om het werk van Christus kan de Vader mensen verhoren. Niet omdat die het zo moeilijk hebben. Dat is niet de reden. Alleen als God zondaren aanziet in Christus kan Hij hen verhoren.

----

Zaterdag Psalm 116:1-7 - Verhoorde gebeden

De dichter van Psalm 116 schrijft dat de Heere Zijn oor neigt. Dat betekent dat God welwillend luistert. De psalmdichter was in grote nood, in moeilijke opstandigheden. Maar hij wist zeker dat de Heere hem zou helpen.

Wie oprecht, eerbiedig en ootmoedig bidt, die wil de Heere horen. Hij laat zo’n bidder niet in de kou staan. De Heere verhoort de gebeden. Misschien geeft hij niet precies wat de bidder vraagt, maar Hij geeft Hem wel het beste. Het probleem is nooit dat God niet wil horen, maar dat bidders zo halfslachtig kunnen zijn.


-

Zondag: Psalm 81 - Bidden heeft zin

Heeft bidden wel zin? Die vraag wordt soms gesteld. Alles ligt toch vast? Waarom zou je dan nog bidden? Het antwoord is heel eenvoudig. De Heere heeft gezegd dat het gebed een belangrijk onderdeel van de ware godsdienst is. Daarbij heeft Hij beloofd een Hoorder van de gebeden te zijn. En Hij zal verhoren niet om het gebed, maar op het gebed. Dus wie niet bidt moet erop rekenen dat hij ook niet ontvangt. In deze Psalm zegt de Heere dat ook duidelijk. Ik ben de HEERE Uw God, Die u heb opgevoerd uit het land van Egypte; doe uw mond wijd open en Ik zal hem vervullen. De Heere herinnert in deze psalm eraan dat hij de God van het verbond is. En dan zegt Hij dat wie de mond tot Hem richt, deze ook wijd open doet, van de Heere vervulling mag verwachten. Bidden heeft wel degelijk zin.