-

Maandag 12 december 2011

Buig alleen voor God. {Deuteronomium 4 vers 10 tot 20#http://www.statenvertaling.net/bijbel/deut/4.html} ”Dat gij ook uw ogen niet opheft naar den hemel, en aanziet de zon, en de maan, en de sterren, des hemels ganse heir; en wordt aangedreven, dat gij u voor die buigt, en hen dient.”

Mozes sloeg de spijker op z’n kop met z’n waarschuwende woorden tegen het aanbidden van hemellichamen. In het oude Mesopotamië was –lang voor Christus’ geboorte– het eren van de maangod wijd verbreid. En maansverduistering zou onheil aankondigen.

Nota bene: Ur en Haran waren centra van die maancultus. Plaatsen die via Abraham (Genesis 11:31-12:4) nauw verbonden zijn aan de geschiedenis van het volk Israël. Val niet terug in dat oude heidendom, zei Mozes. Dien de God van het verbond! (Deuteronomium 4:20).

Anno 2011. ”Een zonaanbidder? Zo heet iemand die graag bruin wordt in de vakantie. Een maanaanbidder? Die bestaat nu niet meer” zeg je, ’n beetje gniffelend. En een ‘verlichte’, westerse wetenschapper antwoordt: ”Wij hebben dat vermaan van Mozes niet nodig. Wij gebruiken ons nuchtere verstand. Gelukkig weten wij meer dan die domme Israëlieten.”

Ben je echt zoveel slimmer dan de mensen van vroeger? Kijk eens naar Adam. Hij liet zich zelfs door een simpele slang –nou, dan ben je toch mal!– overhalen tot zonde (Genesis 3:6).

Vergis je niet! Mozes’ woorden zijn nog steeds actueel. Sommige ‘genezers’ die zichzelf homeopaat noemen schudden ’s nachts om twaalf uur bij volle maan ‘bio-ritmisch’ hun ‘medicijnen’. En er leven op de wereld nog altijd mensen die kunstmest afwijzen, maar bij het zaaien en oogsten meer dan nadrukkelijk letten op de stand van de zon en de maan.

Zoveel eeuwen later zegt Mozes ook tegen jou: Verbreek de band met God niet door je te buigen voor de maan en de sterren via astrologie. Aanhangers van die ideeën proberen je verleiden tot het geloof dat er verband bestaat tussen de stand van de hemellichamen en de gebeurtenissen op aarde. Uit de stand van de sterren en de planeten op het ogenblik van iemands geboorte denkt de astroloog voorspellingen te kunnen doen over de toekomst. Hij trekt je horoscoop.

Ook in de tijd van Daniël was er sprake van sterrenkijkers. Zij hadden God niet lief. Ze stonden op dezelfde lijn als tovenaars en waarzeggers (Daniël 2:2).

God haalde Israël uit de ijzeroven van Egypte. Hij bevrijdde ze uit hun verdrukking. Hij sloot een verbond met dat volk. Hij had er recht op dat het Zijn op Sinaï gegeven geboden hield. Uit liefde. Dat geldt ook voor jou. Buig alleen voor God. Hij is het waard!

-

Woensdag 14 december 2011

God blijft getrouw en liegt niet. {Psalm 89 vers 21 tot 38#http://www.statenvertaling.net/bijbel/psal/89.html} ”Hij zal eeuwiglijk bevestigd worden, gelijk de maan”

Je kent de maan als kind. Soms verandert die ronde bol aan de nachtelijke hemel in een smal sikkeltje. Of ze verdwijnt helemaal. Moeder belooft dat de maan terugkomt. Je ziet het gebeuren. Hoe komt dat? God heeft de zon, de maan en sterren geschapen (Psalm 148:3,5). Hij heeft ze bevestigd. Dus God heeft ze in de schepping een vaste plaats gewezen. Daar kun je van op aan. Dat heeft iets vertrouwds.

Zo zeker als de maan in de schepping haar vaste plaats heeft, zo zeker houdt God Zijn verbond (Psalm 89:35). Dan gaat het niet over wat uitwendige, losse, ondoordachte, breekbare beloften van Israël aan God. Het volk dat zich niet aan die overeenkomst hield, hoorde van de Heere na veel waarschuwingen: Ik laat je los. Je bent verbondsbrekers. ”Ik zal een kwaad over hen brengen (...) als zij dan tot Mij zullen roepen, zal Ik niet horen” (Jeremia 11:10,11).

Waarover ging het dan, toen God toezei Zijn verbond te houden? Hij beloofde: Zijn zaad, Davids zaad, zal er eeuwig zijn. ”Zijn troon zal voor Mij zijn gelijk de zon” (Psalm 89:37). Eeuwig! Die troon duidde niet slechts op Davids zetel, maar op de troon van Christus, de Eeuwige. Hij was God, maar tegelijk als mens nakomeling van David. Hij vervulde de voorwaarden van Gods verbond in de plaats van verbondsbrekers. ”Hij zal eeuwig bevestigd worden, gelijk de maan”. Daarom krijgen verloren zondaren eeuwig leven. Zo vast en zeker als de zon en de maan aan de hemel staan.

Je dacht dat je de zonde haatte. Je meende dat je God liefhad. Je weet dat Hij een keer tot je sprak van vergeving om Jezus’ wil. Maar je kunt nergens meer bij. Je loopt in het donker. Dan zingt de gemeente op een keer Psalm 98:4. En jij zingt zoals je het nog nooit gezien of gezongen hebt: ”Hij komt om de aarde te richten.” Waarom? Om jou, die zucht onder schuld en de aanvechting, te bevrijden. Want ”’t wreed geweld moet zwichten.”

’s Avonds ga je dat vertellen tegen een kind van God in de gemeente. Je loopt door het dorp. Je kijkt naar boven. De maan is vol. Het valt in je hart: ”Hij zal eeuwiglijk bevestigd worden, gelijk de maan.” Dan is je hart ook vol.

-

Vrijdag 16 december 2011

Het licht van de maan valt in het niet bij het Licht van Gods genade. {Jesaja 24 vers 17 tot 23#http://www.statenvertaling.net/bijbel/jesa/24.html} ”En de maan zal schaamrood worden.”

Heeft de maan een gezicht? Je hoorde er als kind al van dat zij kijkt, tuurt, gluurt. Maar de maan schaamrood? Hoe kan dat dan?

Jesaja beschreef hoe God zonde straft. De inwoners van Judea overtraden Gods wetten. Zij verbraken het eeuwig verbond (Jesaja 24:5). God had het verbond opgericht met Abraham en met zijn nakomelingen (Genesis 17). Daarna had God dat verbond met Israël nog eens vernieuwd bij de Sinaï (Exodus 24:7). Maar Gods volk nam een loopje met Gods heilzame geboden. Toen kwam de HEERE met straf. De vloek verteerde het land. Mensen werden verbrand (Jesaja 24:6). Door de hitte van de toorn van God. Het was hun eigen schuld.

Zo is het toch nog? Als God Zijn watermerk op je voorhoofd heeft laten afdrukken, de doop, dan heeft Hij recht op je liefde en gehoorzaamheid. Als je dan de wereld en de zonde leert haten en God leert liefhebben, zorgt Hij voor je. Zelfs dwars door de diepste tegenspoed heen. Daarom had Mozes in Gods Naam al aan het volk gevraagd: ”Kiest dan het leven, opdat gij leeft, gij en uw zaad” (Deuteronomium 29:15-19). Maar als je God verlaat, Hem vergeet, Hem negeert, tegen Hem opstaat, dan gaat het fout.

God strafte zondige mensen. Toch was er nog een rest. Mensen die genade kregen van God om vast te houden aan de Verbondsgod. ”Zij zullen vrolijk zingen; vanwege de heerlijkheid des HEEREN zullen zij juichen van de zee af.” Een rest, waar ze ook als balling terecht waren gekomen (Jesaja 24:14). Misschien juichten zij ook wel over Gods oordeel over de zonde. Want wie de Heere liefheeft, geeft Hem gelijk, als Hij recht spreekt.

Geruime tijd later zou God toch die rest, de gevangenen opzoeken (Jesaja 24:22). Er was nog hoop op de berg Sion en in Jeruzalem. Daar waar, als de tempel herbouwd zou zijn, de offers werden gebracht ter verzoening. Waar Gods wet weer de toon zou aangeven. Waar straks de Messias de volle glorie van Gods genade zou openbaren (Johannes 7:28 e.v.). De maan zou er schaamrood van worden. Haar schone lichtschijn zou verbleken, in het niet vallen, bij de indrukwekkende genade en heerlijkheid die God zou gaan openbaren. Het licht van de maan valt in het niet bij het Licht van Gods genade.

----

Zaterdag 17 december 2011

Het is nog genadetijd. {Psalm 72 vers 1 tot 7#http://www.statenvertaling.net/bijbel/psal/72.html} ”Totdat de maan niet meer zij.”

Psalm 72 duidt op Salomo’s koningschap. Toch klinkt tevens de verwijzing door naar het heil van de komende Messias. Hij in het bijzonder neemt het op voor het verstotene, het verachte, de verdrukte. En het is nog genadetijd. De tijd waarin mensen Hem nog kunnen zoeken en vinden. De tijd waarin God hier op aarde zorgt voor Zijn kerk. Hoelang zal dat duren? ”Zolang de zon en maan zullen zijn” (Psalm 72:5). Zolang deze wereld bestaat. Totdat de maan niet meer aan de hemel staat (Psalm 72:7).

De mensheid en de wereld zonder God werken zichzelf toe naar een catastrofale crisis. Op de dag die God heeft bepaald, zullen de hemelen door vuur vergaan. De elementen, het water, de aarde, zullen brandend versmelten (2 Petrus 3:12). Als de Heere Jezus een punt zet achter de genadetijd, als Hij komt om de levenden en de doden te oordelen, wordt de zon veranderd in duisternis. En de maan in bloed (Handelingen 2:20). Dat beeld duidt op oorlog.

Niet slechts Petrus spreekt over die ontzaggelijke feiten. De Heere Jezus Zelf kondigt tekenen aan in de zon en maan en sterren. Dat zal gepaard gaan met benauwdheid onder de mensen (Lukas 21:25,26). ”Nou zeg”, vraagt iemand: ”Hoe kan dat nou? Hij is toch je lieve Vriend, je Zaligmaker?” Wacht even! Voor je dat kunt zeggen, moet er iets gebeuren in je leven. Zoals bij Nicodémus (Johannes 3:5).

Wie niet tot bekering en oprecht geloof komt, heeft geen goeds te wachten, maar eeuwige verlorenheid (1 Korinthe 1:18). Maar tot Zijn discipelen, zij die echt in Hem geloven, zij die alleen door Zijn lijden en sterven vrede bij God kregen, zegt de Zaligmaker: ”Ziet omhoog, en heft uw hoofden opwaarts, omdat uw verlossing nabij is” (Lukas 21:28). Je mag, naar Zijn belofte, nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, verwachten, waarin gerechtigheid woont (2 Petrus 3:13).

Verlang je er naar eindelijk van die afschuwelijke zonde verlost te zijn. Ken je jezelf als ellendige? Als iemand die hulp nodig heeft en in z’n eentje de zonde, de aanvechtingen niet meer baas kan? (Psalm 72:2,4,12-14). Als iemand die niet klaar komt met de schuld tegenover God? Vraag of de Heere Jezus Zich in je leven wil openbaren als volkomen Verlosser! Het is nog genadetijd. ”Totdat de maan niet meer zij.”



-

Zondag 11 december 2011

God kan een dag langer maken. {Jozua 10 vers 1 tot 14#http://www.statenvertaling.net/bijbel/jozu/10.html} ”En de maan bleef staan.”

”Bleef de maan staan? Dat kan natuurlijk niet”, zegt een beoefenaar van sterrenkunde. ”De maan draait in een elliptische baan om de aarde. Die kan er dus in z’n eentje niet zomaar mee stoppen. De zon? Die draait helemaal niet. Die staat stil!” Maar zo mag je Gods almacht niet verdonkeremanen. Want als een paal staat boven water: de HEERE regeert. De bergen smelten voor Hem als was. De hemelen verkondigen Zijn gerechtigheid. (Psalm 97:1,5-6).

Is er ooit een etmaal geweest van 32 of 48, in plaats van 24 uur (Jozua 10:13)? Mensen die de Bijbel van letter tot letter hoog houden, hebben geen moeite met zulke informatie. Velen van hen toonden zich aangenaam verrast, toen er ooit een mooi gerucht opdook. Computers zouden die ene, verloren dag hebben gevonden. Computers van de NASA, het Amerikaanse instituut voor wetenschappelijk onderzoek ten behoeve van lucht- en ruimtevaart. Maar nooit haalden de details van dat onderzoek de pers.

Er bestaat trouwens ook een andere categorie: mensen die geloven in de wetenschap en elk wonder afwijzen. ”Jozua praat hier op dichterlijke wijze”, zeggen zij. ”Weet je wat er aan de hand is? De Israëlieten vochten zo hard, ze werden daar zo moe van, dat het scheen, alsof ze niet één, maar wel twee dagen aan het oorlog voeren waren.” En dan zijn er ook nog predikanten –jazeker!– die hun gemeente voorhouden dat de auteur van Jozua 10 zich deerlijk vergiste. ”De bijbelschrijver maakte een fout”, zeggen zij.

Het antwoord op de vraag of computers van de NASA echt die ene dag hebben gevonden is niet zo belangrijk. En mensen die hun heil zoeken in wetenschappelijk onderzoek genieten weinig troost van hun kennis.

Want hoe je het in het vat giet, wat je ook verzint, één ding staat vast: God deed een wonder. Hij schiep het heelal en alles wat zich daarin bevindt (Psalm 33:6; Spreuken 8:28,29). En de profeet Habakuk wist dat God nog altijd over de zon en de maan regeert (Habakuk 3:11). Koning Hiskia ervoer dat ook (2 Koningen 20:8-11). Diezelfde God doodde Jozua’s vijanden met hagelstenen. Geen Israëliet liet daarbij het leven! God, de Schepper, regeert nog altijd, zelfs over de tijd. God kan dagen verlengen. Hij draagt alle dingen door het woord Zijner kracht (Hebreeën 1:3). Geloof jij dat?