-
Donderdag 21 augustus
{Romeinen 3 vers 21 tot en met 31#http://www.biblija.net/biblija.cgi?m=Romeinen+3%3A21-31&id37=1&l=nl&set=10}
Geur van de zonde.
Dag tekst: Romeinen 3: 25a Welken God voorgesteld heeft tot een verzoening, door het geloof in Zijn bloed, tot een betoning van Zijn rechtvaardigheid, door de vergeving der zonden…
In Romeinen 3: 25 word ook gesproken over verzoening, ook hier blijkt de noodzaak van verzoening door voldoening, verzoening tussen de heilige God en de onheilige zondige mens. De Heere Jezus word hier in Romeinen door God voorgesteld tot een verzoening en vergeving der zonden. Gisteren schreven we al iets over Gods rechtvaardigheid, God is rechtvaardig, dat betekent volkomen heilig, rein, vlekkeloos, volkomen zondeloos, zelfs de minste gedachte of geur van de zonde word bij God niet gevonden. Altijd en ten alle tijden volkomen heilig en onbesmet. En daarom kan God geen omgang hebben met zondige onheilige mensen, dat verdraagt Zijn heiligheid niet. God moet de zonde straffen, anders zou Hij afstand doen van Zijn rechtvaardigheid. De serafs in Jesaja 6:3 riepen het elkaar toe: Heilig, heilig, heilig is de Heere der heerscharen. Toen Jesaja iets van de heiligheid van God had gezien en gehoord zij hij: Wee mij, want ik verga! Dewijl ik een man van onreine lippen ben, en ik woon in het midden van een volk, dat onrein van lippen is; want mijn ogen hebben de Koning, den Heere der heirscharen gezien.
Hoe kunnen deze twee partijen, de heilige God en de zondige onheilige verdorven mens nu weer met elkaar verzoend worden? De Heere Jezus Christus wordt ons vandaag voorgesteld tot een verzoening. God handhaaft Zijn rechtvaardigheid en toont Zijn weergaloze liefde tot de mens, in de Heere Jezus Christus. Want de straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem (Jesaja 53:5). Door het geloof worden we één met Christus, Zijn verdiende rechtvaardigheid, in Zijn verzoenend offer word door het geloof ons toegerekend en geschonken. De Heere Jezus word ons voorgesteld tot een verzoening tussen God en ons. Door het geloof in het bloed van de Heere Jezus Christus word ons de vergeving aangeboden in de beloften van het Evangelie. Door het geloof alleen worden onze zonden Christus toegerekend, en de verdiende verzoening van Christus wordt ons toegerekend. Hij word ons voorgesteld door God, tot een volkomen verzoening voor al onze zonden. Zonder enige verdienste, uit louter genade, word de volkomen genoegdoening, verzoening, gerechtigheid en heiligheid van Christus door het geloof toegerekend, evenals had ik nooit zonde gehad noch gedaan, ja, als had ik zelf al de gehoorzaamheid volbracht, die Christus voor mij volbracht heeft, in zoverre ik zulk een weldaad met een gelovig hart aanneem (H.C. zondag 23). Verzoening door voldoening, uit genade, door de verlossing, die in Christus Jezus is. Ook voor u en jou?
-
Zaterdag 23 augustus
{2 Korinthe 5 vers 10 tot en met 21#http://www.biblija.net/biblija.cgi?m=2+Korinthe+5%3A10-21&id37=1&l=nl&set=10}
Gezanten.
Dag tekst: 2 Korinthe 5: 20 Zo zijn wij dan gezanten van Christuswege, alsof God door ons bade; wij bidden van Christus wege, laat u met God verzoenen.
In 2 Korinthe 5: 10 wijst Paulus ons op de rechterstoel van Christus. Want, zegt hij wij allen moeten geopenbaard worden voor de rechterstoel van Christus, opdat ieder vergelding ontvangt voor wat hij door middel van zijn lichaam gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad. In het Grieks staat “allen” met nadruk vooraan. Alle mensen, de gelovigen inbegrepen, zullen voor de rechterstoel van Christus moeten verschijnen. Dat is de insteek van Paulus, wanneer hij gaat spreken over verzoening. Een ieder zal een rechtvaardig oordeel ontvangen, alles wat door ons lichaam is gedaan zal openbaar worden, zal aan het licht komen. Alles wat wij ooit hebben gedacht en gedaan, heimelijk en in het openbaar zal zichtbaar worden.
Diep ontzag en hoogachting vervult ons hart als we dit bedenken en tot ons laten doordringen. Paulus heeft weet van de schrik des Heeren, als hij denkt aan het rechtvaardig oordeel van Christus over zijn leven. Kennen wij ook iets van die schrik, iets van die ernst om voor die hemelse rechter te moeten staan? Of nemen wij de zonden, die we doen met en door ons lichaam niet zo serieus?
We hebben verzoening nodig voor al onze zonden, anders kunnen we niet bestaan voor de rechterstoel van Christus. Daarom beweegt Paulus de mensen tot geloof, hij spoort hen aan te geloven in de verzoening die is aangebracht en bewerkt door de Heere Jezus Christus. Want die in Christus is, is een nieuw schepsel; het oude is voorbij gegaan, ziet het is alles nieuw geworden (2 Korinthe 5:17). Door het geloof worden we één plant met Christus (Romeinen 6:5), door het geloof zijn we een nieuw schepsel, al onze zonden, al het oude is voorbijgegaan, het verzoend en bedekt door het bloed van Christus. Al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw, al waren ze rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol (Jesaja 1:18).
Al deze dingen zijn uit God, God is het die van eeuwigheid een reddingsplan heeft uitgedacht, om de gevallen mens te verlossen. God is het die in Christus voor het verzoenend offer heeft gezorgd, Die voorzien heeft in een Lam ten brandoffer (Genesis 22:14), die de prijs betaalde. God die woorden van verzoening laat horen. God die gezanten roept tot de bediening der verzoening. Gezanten, boodschappers die de verdiende verzoening van Christus u en jou aanbieden in de beloften van het Evangelie. In de bediening der verzoening, staat God Zelf, door Zijn knechten aan de deur van u hart, en bidt u: laat u met God verzoenen! Namens Christus word u en jou de verzoening, de vrede met God, vergeving van zonden, in het bloed van Christus aangeboden, zodat u en jij, nu en ook straks zal worden vrijgesproken van al uw zonden, voor de rechterstoel van Christus. Nu al, omdat degenen die door het geloof in Christus zijn, een nieuw schepsel zijn, alles is nieuw geworden, al het oude is voorbijgegaan. Gelooft u dat?
-
Maandag 25 augustus
{1 Johannes 2 vers 1 tot en met 17#http://www.biblija.net/biblija.cgi?m=1+Johannes+2%3A1-17&id37=1&l=nl&set=10}
Prijs betaald.
Dag tekst: 1 Johannes 2: 2 En Hij is een verzoening voor onze zonden; en niet alleen voor de onze, maar ook voor de zonden der gehele wereld.
Het hoofdthema van de eerste zendbrief van Johannes is “de gemeenschap met God”. Geloof in Christus moet en zal ook blijken in een oprechte, zuivere, voortdurende relatie met Hem. Als wij zeggen dat we Christus kennen, en we bewaren en onderhouden Zijn geboden niet, in die is de waarheid niet (1 Johannes 2:4). Gemeenschap met God hebben, sluit een leven in de zonde uit, dat past niet bij elkaar. Indien wij zeggen dat wij gemeenschap met Hem hebben, en wij in de duisternis wandelen, zo liegen wij, en doen de waarheid niet (1 Johannes 1:6). Maar tegelijk weet Johannes dat een christen niet in staat is te leven zonder te zondigen (1 Johannes 2:1). Het Griekse woordje “kai” heeft hier de betekenis van: en, maar of echter. Als iemand echter gezondigd heeft of tot zonde komt, dan is er een “paraklétos”, een plaats bekleder, een “erbij geroepenen”, iemand die spreekt ten behoeve van een ander in gunstige zin. De gelovigen hebben, als zij in zonden vallen, een voorspreker: Jezus Christus, den Rechtvaardige. Hij heeft Zijn ziel uitgestort in de dood, en met overtreders is geteld geweest, en Hij veler zonden gedragen heeft, en voor overtreders gebeden heeft (Jesaja 53:12). De Heere Jezus Christus pleit bij de Vader om vergeving van onze zonden op grond van Zijn eigen dood als verzoenend offer.
De betekenis van het woord “verzoening” is ook hier tweeledig, er moest een prijs betaald worden, voor onze zonden, en aan Gods rechtvaardigheid moest recht gedaan worden. Het gaat om de wegneming van de schuld van de mens, welzalig is de mens, dien de Heere de ongerechtigheid niet toerekent, wiens zonde bedekt zijn door het bloed van het Lam. Niemand behoeft met zijn zonden te blijven zitten. Jezus Christus is een verzoening voor onze zonden zegt het Schriftwoord, ook voor de zonde na ontvangen genade. Het bloed van Jezus Christus, Gods Zoon, reinigt van alle zonden (1Johannes 1:7). Ook als wij somtijds uit zwakheid in zonde vallen, zo moeten wij aan Gods genade niet vertwijfelen, noch in de zonde blijven liggen (doopformulier). Want indien wij, vijanden zijnde, met God verzoend zijn door den dood van Zijn Zoon, veel meer zullen wij, verzoend zijnde, behouden worden door Zijn leven (Romeinen 5:10). Ook Gods kinderen moeten dagelijks weer opnieuw leven uit en van die verzoening, indien wij ontrouw zijn, Hij blijft getrouw, Hij kan zichzelf niet verloochenen. De Heere Jezus is een verzoening voor onze zonden, zie daarom vandaag, op dit Lam van God, dat de zonde der wereld wegneemt, of zie vandaag weer opnieuw op dit Lam van God, tot vergeving van zonden. Hierin is de liefde Gods geopenbaard, dat God Zijn eniggeboren Zoon gezonden heeft in de wereld, opdat (met het doel dat) wij zouden leven door Hem. Niet dat wij Hem hebben liefgehad, maar dat Hij ons lief heeft gehad, en Zijn Zoon gezonden heeft tot een verzoening van onze zonden (1 Johannes 4:10). Door het geloof krijgen we deel aan deze verzoening, door het geloof krijgen wij deel aan Christus en al zijn weldaden. Het is alles uit Hem, door Hem en tot Hem.
-
Woensdag 20 augustus
Verstoring. {Leviticus 16 vers 1 tot en met 16#http://www.biblija.net/biblija.cgi?m=Leviticus+16%3A1-16&id37=1&l=nl&set=10}
Dag tekst: Leviticus 16: 16a Zo zal hij voor het heilige, vanwege de onreinheden der kinderen Israëls, en vanwege hun overtredingen, naar al hun zonden, verzoening doen…
Na de zondeval in het paradijs, is de relatie tussen God en de mens radicaal verstoord. De mens, Adam was ongehoorzaam ten opzichte van Gods gebod en bezweek voor de listige verleiding van de duivel. Maar ondanks deze diepe val van de mens, liet God de mens niet los, hoewel de mens God had losgelaten. God was het die mens opzocht in zijn zonden en ellenden. Kort na de zondeval riep God: Adam, waar zijt gij?
Er was een grote kloof gekomen tussen de heilige God en de onheilige zondige mens, na die diepe afschuwelijke zondeval was er geen vrije toegang meer tussen de mens en God, zoals die er was in het paradijs. De zonde en de ongehoorzaamheid van de mens hadden scheiding gemaakt. Deze scheiding werd in het Oude Testament zichtbaar gemaakt in de tempel en offerdienst van het volk Israël. De Heere wilde wel bij Zijn volk wonen, maar de geschonde relatie verhinderde een directe omgang. De mens stond schuldig voor God. Gods heiligheid en rechtvaardigheid eiste een offer tot verzoening. God was achter het voorhangsel verborgen en de mens stond van verre, kon niet zomaar voor God verschijnen (Leviticus 16: 1 en 2). De eisende wet van God lag onder het verzoendeksel (Leviticus 16:13), het is een beeld van Gods rechtvaardige eis aan de mens. De mens was immers goed, naar Gods beeld geschapen. De zondeval heeft de mens schuldig gesteld voor God, er is een offer nodig. Al de offers in het Oude Testament riepen om het offer van de Heere Jezus Christus, want de mens kon die prijs der zielen, dat rantsoen, aan God in tijd nog eeuwigheid voldoen. En ook het bloed van stieren van stieren en bokken kon onmogelijk de zonde wegnemen (Hebreeën 10:4). Door één mens was de zonde in de wereld gekomen, en door de zonde de dood; en alzo de dood tot alle mensen doorgegaan, en daarom moest er ook door één mens weer verzoening en vergeving worden bewerkt (Romeinen 5:12).
Gods rechtvaardigheid vorderde, dat de mens die gezondigd had voor de zonde betaalde. Maar de mens was zelf zondaar en kon daarom niet voor anderen betalen. En er was ook goddelijke kracht nodig, om de toorn van God te kunnen dragen. Alleen Christus die waarachtig en rechtvaardig God en mens was kon die prijs betalen. God was tevreden met het offer van Zijn Zoon in onze plaats, tevreden met het offer van Het Lam van God dat de zonde op Zich nam. De twee bokken uit Leviticus 16, wijzen op twee aspecten van het offer van Christus. De eerste bok was voor de Heere, God is in Christus met de mens verzoend geworden, Zijn gramschap is geblust, het voorhang in de tempel scheurde, de weg en de toegang tot God is weer vrij (Hebreeën 4:16). De andere bok droeg plaatsvervangend de zonde weg. Zo ver het Oosten is van het Westen, zo ver doet Hij onze overtredingen van ons (Psalm 103: 120. God is tevreden met “Het Lam”, bent u ook tevreden met het Lam? Met minder kan het niet, met meer hoeft het niet. Het is volbracht!