-
Woensdag 5 november Ruth 2:1-13 Dankdag voor Ruth.
De nood van de honger is groot in Israël. Daarom vertrekt Abimelech met Naomi en hun zonen naar Moab. Het is heel makkelijk om te zeggen dat ze meer moesten vertrouwen op de Heere, maar wat zou jij doen in hun situatie? Wat er verder gebeurd is bekend. Machlon en Giljon zijn getrouwd met Orpa en Ruth. Abimelech sterft en daarna sterven ook de beide jongens. Naomi verliest haar man en zonen en blijft achter met haar schoondochters. Dat is heel moeilijk voor haar geweest. Naomi besluit om weer terug te gaan. Haar schoondochters gaan mee tot de grens. Orpa neemt de beslissing om terug te gaan naar Moab, maar Ruth gaat mee. Twee wegen. Een weg naar de wereld, van God af en een weg naar God toe.
Terug in Bethlehem raapt Ruth aren op de akker van Boaz. Hij heeft haar al gezien. De maaiers noemen haar ‘de Moabitische’. Nee, geen vrouw die geboren is onder het verbond, maar een vreemdeling en toch gebracht onder het verbond. Jij ook! Je bent geboren op de erf van het verbond of er gebracht. Ben je daar dankbaar voor? Of is het een last? Voor Ruth valt het mee, ze mag blijven en hoeft niet te gaan zoeken naar een andere akker. Ruth mag eronder buigen en zo dankdag houden. Lees maar in vers 10. Ze kan het niet begrijpen dat Boaz omkijkt naar een vreemde. Is het voor jou ook al een wonder geworden dat de Heere omziet naar ‘vreemden’, naar onderdanen uit het rijk van de duivel? Hij trekt uit de macht der duisternis en zet over in het Koninkrijk van de Zoon Zijner liefde (Kolossensen 1:13). Dat maakt dankbaar. Dat maakt klein.
Zingen: Psalm 36:2
-
Vrijdag 7 november 1 Samuël 7:7-17 Eben-Haëzer.
De Heere belooft geen effen pad, geen rustig en kalm water. Zodra de Filistijnen horen dat het volk van Israël vergaderd is, komen ze er op af. Wat is het vertrouwen op de Heere moeilijk. Samuel had gezegd dat de Heere hen helpen zou. Nu komen de Filistijnen en het volk is toch bang. Zou de Heere hen wel willen helpen? Maar wat komen ze beschaamd uit. Samuel brengt een offer en dan zie je hoe de Heere werkt. Hij is de Almachtige, die zelfs de winden regeert. De Heere gebruikt het onweer om de Filistijnen te verschrikken. In de oorspronkelijke taal staat er voor donder het woord ‘stem’. Het is alsof de Heere praat tegen de Filistijnen. Ze worden er zo bang van dat ze vluchten en op die vlucht worden ze verslagen door de Israëlieten. Dan richt Samuel een steen op. Een hulpsteen. Die zal de kinderen van Israel er altijd aan herinneren dat ze niet zelf de Filistijnen verslagen hebben maar dat de Heere het gedaan heeft. Het is een opgerichte steen. Eben Haëzer. Die steen wijst naar boven. Heb jij ook zulke stenen die je er aan herinneren dat de Heere je geholpen heeft? Sta er dan vandaag nog eens bij stil. Geef de Heere de eer!
Zingen: Psalm 130:4
-
Zondag 9 november Mattheüs 11:20-29 De Heere Jezus dankt.
Dankdag voor de Heere Jezus? Dat is iets waar je misschien nog nooit aan hebt gedacht. En dan nog best een vreemde dankdag ook. De Heere dankt Zijn Vader dat Hij het voor de wijzen verborgen heeft. Wie zijn de wijzen die hier in de tekst bedoeld worden? Er waren heel geleerde mannen die elke dag in de Bijbel studeerden. Ze wisten precies waar alles stond. Ze wisten precies hoe het moest. Toch begrepen ze de diepste betekenis niet wat er in de Bijbel staat. Ze voelden zich heel belangrijk. Ze dachten dat hun goede werken ervoor zouden zorgen dat ze in de hemel zouden komen. En ze waren het zaad van Abraham. Nee, dat kon niet fout gaan. Tenminste, dat dachten ze. De Heere laat hier zien dat het anders is. Bijbelkennis is goed. Zeker ook in deze tijd. De wereld heeft ook overal een antwoord op. We moeten zorgen dat wij dat ook hebben. Maar kennis maakt niet zalig! Alleen het bloed van de Heere Jezus reinigt van alle zonden. Het is wel aan de kinderen geopenbaard. Vaak wordt een kind als voorbeeld genomen. Waarom eigenlijk? Ze zijn zo ontvankelijk. Ze vertrouwen op hun vader of moeder. Wat ben jij? Een wijze of een kind? We zijn niet graag kind. We willen vooruit. Maar op de school van de Heilige Geest wordt het steeds minder met je en komt er steeds meer plaats voor Christus. Ben jij zo al kind geworden? Het wonder wordt dan steeds groter dat Hij om wilde zien naar jou!
Zingen: Psalm 91:5
----
Maandag 10 november Lukas 12:22-34 Trouwe zorg.
Probeer je ook alles zo goed mogelijk te regelen? Natuurlijk hebben we die plicht en mogen we niet met de armen over elkaar gaan zitten. Je mag niet uit dit Bijbelgedeelte afleiden dat je niets hoeft te doen. De Bijbel zegt ook: “Doe wat je hand vindt om te doen.” Dus we moeten onze verantwoordelijkheid nemen. Maar het gaat er vandaag om waar het hart op gezet wordt. Is kleding het belangrijkst voor je? Zeker, je mag er verzorgd uitzien. Maar moet het altijd die merkkleding zijn? Kleed je je omdat het vanwege de zonden moet of omdat een ander dan van je kan zeggen dat je wel dure kleding aan hebt? Het Koninkrijk van God zoeken is vele malen belangrijker. Alle andere dingen worden je dan toegeworpen. Waarom is dat? Dat lees je een vers eerder. De Vader weet wat je nodig hebt. Zelfs al voordat je het vraagt. Maar Hij wil er wel om gevraagd worden. Maar besef wel dat alles op deze wereld uitloopt op de volmaking van Zijn Koninkrijk. Is dat al het belangrijkste in jouw leven? Leef je door genade in het uitzien van Zijn koninkrijk? Dan mag je weten dat er een trouwe Vader in de hemel is die alles wat je nodig hebt, zal geven. Hij weet zelfs al dat je het nodig hebt voordat je er om vraagt. Hoe moeilijk de weg dan mag gaan, Hij ziet in gunst op die Hem vrezen. Hij zal Zijn kinderen leiden langs wegen die ze zelf niet zouden gaan, maar Hij zorgt! Doe je mond maar wijd open, dan zal Hij hem vervullen.
Zingen: Psalm 81:12
-
Dinsdag 4 november Genesis 33:1-11 Dankdag voor Jakob.
Je ziet het gebeuren. Aan de ene kant komt Ezau met 400 mannen. Van de andere kant komt Jakob met zijn gezin en zijn vee. Na lange tijd zullen de twee broers elkaar weer ontmoeten. Hoe zal dat gaan? Voor de zekerheid verdeeld Jakob zijn gezin. Hij weet niet hoe Ezau gaat reageren. Zeker, hij heeft alvast een geschenk naar Ezau gestuurd. En dat was geen klein cadeautje. Tweehonderd geiten en twintig bokken, tweehonderd ooien en twintig rammen, dertig zogende kemelinnen met haar veulens, veertig koeien en tien varren, twintig ezelinnen en tien jonge ezels. Maar in vers 8 kun je lezen dat Ezau het geschenk weigert. Hij heeft al veel, meer dan genoeg zelfs. Daar zie je het verschil tussen Ezau en Jakob. Want in vers 11 zegt Jakob: “Ik heb alles”. Hij was rijk geworden en hij erkende dat hij alles van God ontvangen had. Hij was in alle voorspoed dankbaar. Dat was niet het enige. Hij had God aan zijn zijde.
Hoe is dat met jou? Heb je genoeg aan tijdelijke zegeningen? Of gaat het je maar om één ding? Hoe kan ik rechtvaardig verschijnen voor God? Als dat de belangrijkste vraag in je leven is, dan is er iets van die dankbaarheid in je hart.
Zingen: Psalm 48:6