-

Woensdag 1 mei

Een loflied op de Koning. {Psalm 47#http://www.statenvertaling.net/bijbel/psal/47.html}

Vandaag lezen we in Psalm 47 over Gods Koningschap. Dit Koningschap in Christus maakt bekering noodzakelijk. Eveneens komt hieruit de oproep ‘Gelooft het Evangelie’. Tot ons levensbehoud. Deze twee opdrachten zijn verbonden aan de verkondiging van het Evangelie van Gods Koninkrijk. Zonder bekering en geloof in het Evangelie is het onmogelijk het Koninkrijk van God binnen te gaan. De bekering houdt een totale verandering van onze innerlijke gezindheid in.

Wij allen moeten van eigen-zinnig veranderd worden tot de gezindheid van Christus. Is dit eigen werk? Nee! Het is Gods werk in ons. De Heilige Geest bewerkt die innerlijke reactie op de prediking van het evangelie. Bekeer je, doe boete, heb berouw, belijdt je zonde tegenover de HEERE. Wij willen zelf dé koning van ons leven zijn. Wij zitten op de troon van ons leven. Van nature zijn we eigen baas. Ontdekkende prediking is nodig om ons dat geestelijk inzicht te geven. Het Evangelie roept ons op Koning Jezus te erkennen tot ons levensbehoud. Wie Hem zoekt, vindt hét Leven.

-

Vrijdag 3 mei

Horen en horen is twee. {Mattheus 13 vers 1 tot 13#http://www.statenvertaling.net/bijbel/matt/13.html}

Wat bedoelt de Heere Jezus met de raadselachtige woorden over hebben en niet hebben, over méér krijgen of niets overhouden? Hij legt daarmee uit, waarom Hij in gelijkenisvorm spreekt. Jezus wil er iets mee aanduiden of Zichzelf en Zijn werk. Maar wát Hij ermee wil zeggen is niet zomaar duidelijk. Dat vraagt van ons om door te denken en vooral om door te vragen. Elke gelijkenis is als het ware een uitnodiging van de Heere Jezus: vraag Mij toch om je verder te helpen!

Maar dan blijkt de crisis, de scheiding die er tussen mensen is. Als we al luisterend op Hem betrokken zijn geraakt zullen we dóórvragen. Dan worden we ook verder geleid! Maar het kan met Zijn Woord ook gaan als met dat zaad, dat op ongeschikte bodem viel. Het lag er, maar werkte niets uit. Zo kunnen wij het evangelie ‘hebben’ zonder dat we mensen worden die vragen naar de Heere en Zijn Rijk. Dan blijft er tenslotte ook niets van over. Als Jezus dan zegt dat er mensen zijn aan wie het ‘niet gegeven’ is, klinkt dat beangstigend. Wíl God dan misschien niet geven? Denk dat nooit. Maar Hij kan Zijn gaven alleen kwijt… in uitgestoken lege handen. Wie bidt, die ontvangt. Ook vandaag!

-

Zondag 5 mei

De Koning die vrijheid brengt. {Galaten 5 vers 1 en 13 tot 26#http://www.statenvertaling.net/bijbel/gala/5.html} en {Hosea 8 vers 4 tot 6#http://www.statenvertaling.net/bijbel/hose/8.html}

Vandaag is het bevrijdingsdag. Wat tientallen jaren geleden gebeurde geeft ons dank en vreugde. Israël was een vrij volk. Vrij, omdat de HEERE het bevrijd had uit de macht van Egypte, vrij omdat het Hem toebehoorde. Het is opvallend en ontzettend dat Israël zich op een of andere manier verzette tegen die vrijheid. Meteen bij de verbondssluiting op Sinaï ging het al mis: de mensen maakten een gouden kalf om te aanbidden; volgens Hosea staat er zo’n kalf in Samaria. Koningen volgen de HEERE niet en de mensen knielen voor afgodsbeelden. Ze zagen kennelijk niet in dat wanneer je je losmaakt van de HEERE je niet vrij meer bent, maar gebonden.

En jij? Wil je werkelijk vrij zijn? Buig dan onder de heerschappij en hoede van Koning Jezus; belijd Zijn Naam in de samenleving, leef volgens Zijn wil. Afgoden hebben we vandaag ook, en hoe makkelijk buigen we voor hen? We denken vrij te zijn als we ons kunnen uitleven op allerlei gebeid. Maar feitelijk bind je je aan machten die je in hun greep houden. Echte vrijheid is: leven door de Geest van Christus.

-

Klik hieronder voor een printbare versie van het Bijbelrooster.


-

Dinsdag 30 april

Leve de koning(in)! {Psalm 72#http://www.statenvertaling.net/bijbel/psal/72.html}

Koninginnedag was als kind altijd een bijzondere dag. Vaak gingen wij vanuit Scheveningen ergens in Den Haag langs de route staan waar de Gouden Koets voorbijkwam. Mijn dag was pas echt goed als ik een glimp van de koningin had opgevangen. Ik zwaaide met mijn vlaggetje en riep zo hard ik kon: “Leve de koningin!” Dat was toen nog Juliana. Nu is het nog koningin Beatrix en na vandaag is haar zoon koning. Leve de koning!

Psalm 72 steekt ook de loftrompet op de koning. Op de grote koning. Het is een lied voor de kroonprins van Israël, de zoon van David. Voor Salomo, de vredevorst. Maar je komt in Psalm 72 ook de grote Zoon tegen, Die meer is dan Salomo. Hij is de Vredevorst bij uitstek. Hij zal de nooddruftige redden en die geen helper heeft. Wat is het volk goed af met zo’n koning. Heb jij ook al heerlijkheid mogen ontdekken in deze Koningszoon? Hij maakt het ook nog vandaag waar: “’t Behoeftig volk, in hunnnen noden, in hun ellende en pijn, gans hulpeloos tot Hem gevloden, zal Hij ten Redder zijn.” Wie dat mag ontdekken wordt nooit moe om Zijn lof te zingen. En eens zul je bij die grote menigte voor Zijn troon staan, misschien helemaal achteraan, maar toch uit volle borst meezingen: “Leve de Koning!” Want Zijn Naam moet eeuwig eer ontvangen.