-

Woensdag 23 oktober

Handelingen 15:1-9 Toch rein.

In Jeruzalem worden belangrijke beslissingen genomen op de bijeenkomst die wordt belegd om de vraag uit Antiochië te bespreken: moeten heidenchristenen de ceremoniële wetten onderhouden? Het antwoord luidt: nee. Want, zegt Petrus, God reinigt het hart van adamskinderen door het geloof. Dus staat het geloof centraal en allerlei andere dingen doen uiteindelijk er niet toe.

Waarom is het geloof zo belangrijk? Omdat zonder reiniging van ons vuile hart de heilige God met ons geen vertrouwelijke, intieme omgang kan hebben. Hoe wordt ons hart rein? Niet door uiterlijke dingen, zoals vasten, ook niet door zelfwerkzaamheid, maar door God. Door welk middel? Het geloof. Niet het geloof dat wij produceren, maar dat Hij schonk en dat Hij in stand hield.

Zo blijkt dat het reinigen van ons hart, wat zo onmisbaar is, Zijn werk is. Ik roep je nu op: geef dit onmogelijke werk maar uit handen, Hem in handen! Hoe werkt het geloof dan? Het steunt op Christus alleen. Verlang jij naar een rein, een gereinigd, hart?

Zingen: Psalm 19 vers 6

-

Vrijdag 25 oktober

Handelingen 16:11-15 Een geopend hart.

Hoe kwam dat toch, dat deze purperverkoopster een open gemoed had voor de woorden van deze vreemde prediker? Er staat niet dat Paulus haar hart opende. Ook niet dat zij dat zelf deed. Zelfs niet, dat de verkondiging het deed. Nee, er staat: de Heere opende haar hart. En dat is nodig om acht te geven op, en geloof te hechten aan, de woorden van God die door Zijn knechten gesproken worden.

Blijkbaar was haar hart gesloten voor het Woord. Vreemd? Letten we op onze natuur, zoals we die van Adam, hebben geërfd, dan is het niet zo vreemd. Toch is en blijft het wel vreselijk. Staat jouw diepste innerlijk open voor Gods Woord of heb jij de deur van je gemoed gebarricadeerd om Gods Geest buiten te houden?Wil jij dat jouw hart voor de verkondiging open gaat? Wees je dan van twee dingen goed bewust. Ten eerste, dat alleen God dit kan doen, maar het niet verplicht is. En ten tweede, dat God hiervoor aan jou de middelen van Bijbel en prediking geeft, om die ernstig te gebruiken.Rechten heb je niet, maar genade is er genoeg!

Lees vraag en antwoord 65 van de Heidelbergse Catechismus.

Zingen: Psalm 95:4

-

Zondag 27 oktober

Handelingen 16:25-31 Moeten geloven.

Wanneer Paulus en zijn helper in de gevangenis van Filippi zitten, kunnen ze het niet laten om midden in de nacht lofzangen voor God te zingen. Wat een wonderlijke ervaring zal dit voor de andere gevangenen zijn geweest!

God antwoordt door een aardbeving. De cipier wordt wakker en ziet dat de gevangenis geen gevangenis meer is, omdat alle deuren open staan. Dit kost hem zijn baan, zijn leven. Dus wil hij er liever zelf een eind aan maken. Paulus weet dit te verhinderen. Bevend knielt de cipier voor de apostel neer en vraagt: ‘Wat moet ik doen om zalig te worden?’ Het antwoord luidt: ‘Geloof in de Heere Jezus Christus.’

Hoe kan Paulus dit nu toch zeggen tegen deze heiden? Die man kan toch helemaal niet geloven, wel? Is het niet een zinloze oproep?

Sommigen concluderen uit deze oproep van Paulus, dat een mens blijkbaar zelf kan kiezen voor geloof. Anderen zeggen: tegen geestelijk dode zondaren moeten we maar niet zeggen: ‘Geloof in de Heere Jezus Christus’ …

Beide ‘oplossingen’ zijn fout. We mogen doen net als Ezechiël in hoofdstuk 37 deed: tegen lijken preken. En God alleen geeft de Oplossing!

Lees ook Ezechiël 37:1-10 .

Zingen: Psalm 87:3

----

Maandag 28 oktober

Handelingen 16:32-40 Wie is Jezus?

Geloof is onmisbaar, niet alleen voor de cipier in Filippi, maar ook voor jou. Het geloof ‘in de Heere Jezus Christus’. Om dit geloof te kunnen ‘doen’, moet jij weten Wie deze Jezus is. Daarom spreekt heel de Bijbel over Hem, Zijn werk, Zijn leer en Zijn betekenis voor mensen. Daarom lezen we na de oproep van Paulus aan de cipier: zij spraken tot hem het Woord des Heeren.

In een onbekende ‘meneer Jezus’ geloven is onmogelijk. Het komt in de Bijbel een enkele keer voor dat men alleen ‘van horen zeggen’ iets over Jezus wist én toch in Hem gelooft (Johannes 4). Maar dit is niet de weg die wij hoeven gaan. We hebben heel de Schrift!

God wil dat we niet onbewust geloven, maar ons verstand verlichten, ons geweten aanraken, onze wil ombuigen, ons verlangen op gang brengen. Zo wordt een ongelovige een gelovige, zonder het zelf te hebben geregeld. Het is door de verborgen kracht van de Heilige Geest. Verlang jij naar die Geest?

Lees Filippenzen 1 vers 29. Welke twee gaven had God aan Lydia, de cipier en de andere gelovigen in Filippi geschonken? Wil jij ze ook hebben?

Zingen: Psalm 84:3


-

Dinsdag 22 oktober

Handelingen 14:1-7, 20-22 Niet zonder middelen.

Wie de kosten van het geloofsleven onder ogen ziet, wordt niet bepaald vrolijk. Paulus zegt tegen de pas bekeerde christenen in Lystre en Ikonium, dat zij maar op één manier in het Koninkrijk van God kunnen binnengaan, namelijk ‘door veel verdrukkingen’(vers 22). Hoe kan een gelovige dit volhouden? Het gaat over verdrukking…, verdrukkingen (meervoud)…, véél verdrukkingen…

Hoe moet het ooit goed komen? God zorgt daarvoor, zo leren we uit allerlei gedeelten van de Bijbel. Hoe? Zoals Hij het geloof in het hart werkte, zo geeft Hij ook de volharding, namelijk door Zijn Woord als middel te gebruiken. De apostel weet dat goed, daarom vermaant hij de discipelen vol te houden, te blijven in het geloof. Dus al weet hij dat God alleen het geloof in stand kan houden, toch laat Paulus niet na om de jonge christenen aan te sporen om te volharden.

Wie later op zijn geloofsweg terugkijkt, ziet niets om trots op te zijn, maar wel heel veel om verwonderd dankbaar voor te zijn. Die ziet de trouw van God, ondanks zijn ontrouw …

Gebruik jij de door God gegeven middelen om te leren geloven en om vol te houden?

Zingen: Psalm 89:8