-

Woensdag Ester 2:19-23 Leve de rechtvaardige!

God gaat Zijn weg met Mordechai. De HEERE gaat met verschillende mensen verschillende wegen. Ook Mordechai’s weg verloopt wonderlijk. God brengt hem op de juiste tijd op de juiste plaats. In de Koningspoort hoort Mordechai dat twee dienaren van de koning een samenzwering tegen Ahasveros beramen. Uit verbittering. Wat is de reden van hun verbittering? We weten het niet.

In elk geval heeft Mordechai reden genoeg verbitterd te zijn. Hij leeft als Jood in Susan, en niet in het heilige land of in de heilige stad. Koning Nebukadnezr deed de Joden in ballingschap gaan, maar onder de koning Ahasveros woont Mordechai nog steeds in Susan. Zou hij niet vol bitterheid kunnen zijn? Toch redt hij het leven van de koning door Ester in te seinen over de geplande moordaanslag. Dan ben je – zoals het Oude Testament zegt – rechtvaardig (Psalm 1:5-6). Dan is je hart gericht op recht en gerechtigheid. Dan ben je oprecht zuiver. Dan ga je niet mee in kwade planen van anderen. Dan laat je bitterheid niet toe in je leven. dan wil je steeds meer gaan lijken op Jezus Christus. Lees Spreuken 3: 5-7. Hoe mag de Heilige Geest deze verzen toepassen in jouw leven?

-

Vrijdag Spreuken 24:15-20 Omzien naar elkaar.

Elke kerkelijke gemeente heeft een kerkblad. Ook via andere kanalen worden mededelingen gedaan over de zorgen en moeiten die er in de gemeente zijn. Wat doen wij met die mededelingen? Nemen we ze voor kennisgeving aan en gaan we over tot de orde van de dag? Of zet het ons werk voor die broeder of die zuster die het moeilijk heeft? Volgens Salomo vraagt de HEERE dit van ons. In het elfde vers zegt de koning van Israël dat we hen moeten redden die ter dood gegrepen zijn. Daarmee heeft hij allereerst misschien bedoeld de onschuldig veroordeelden, de slachtoffers van bepaalde sociale miststanden. We kunnen er ook mensen onder verstaan in allerlei moeilijke omstandigheden. En die zijn er ook in de gemeente waartoe wij behoren. Wat doen wij voor hen? Wat doen wij met hen? Laat er voorbede voor hen zijn. Laat er daadwerkelijke hulp aan hen bewezen worden. Laten we met elkaar meeleven en dat aan elkaar laten merken. Het heeft nogal wat gevolgen als we broeders en zusters aan hun droevige lot overlaten. Dat moeten we toch niet willen? Wie ga jij vandaag helpen en voor wie ga je voorbede doen?

-

Zondag Markus 8:1-9 Met lege handen uitdelen.

Mensen die drie dagen achter je aan lopen terwijl ze misschien niet eens echt begrijpen wat je bedoelt – wie zou daar niet moe van worden? Maar Jezus reageert anders. Hij is diep met ze begaan – niet alleen met hun geestelijk heil maar ook met hun lichamelijk welzijn. Jezus houdt dat wat er omgaat in Zijn hart ook niet vóór Zich. Hij spreekt het uit tegen de leerlingen. Zij, en ook wij, moeten ervan doordrongen worden hoe Jezus naar mensen kijkt. Zijn hart dringt Hem om Zich aan ze te geven – maar dan zó dat Hij ons daarbij betrekt. Ja… maar: wat kúnnen wij nu? Dat is ook de reactie van Jezus’ discipelen de ontferming die bij Jezus leeft stuit af op menselijke onmacht. Het is wel mooi om te helpen in de nood, maar het moet ook kunnen. Als Jezus dan vraagt wat ze wel te bieden hebben wordt het er niet beter op. Zeven broden en wat visjes. Druppels op een gloeiende plaat, nietwaar? Dus beginnen we er maar niet aan. Maar Jezus zegt: ‘Stel het weinige dat je hebt aan Mij ter beschikking.’ En dan weet Hij onze ‘druppels’ te gebruiken voor de stroom van zegen die Hij wil uitdelen. Toen en nu!

----

Maandag Johannes 13:12-17 Doen wat Jezus deed.

De voetwassing laat niet alleen de vernedering van Jezus zien. Het is ook een voorbeeld voor iedere onderdaan in Zijn Koninkrijk. Daar is geen plaats voor machtswellustelingen, want die verdrijven God van de eerste plaats. Het Koninkrijk functioneert alleen als wij elkaars onderdanen zijn. Dat is het wonderlijke van dat Koninkrijk en in totale tegenstelling met de machtswellust van deze wereld.

Jezus is een dienende Koning met hart voor de zaak, die naast Redder ook Voorbeeld is. Beide zijn belangrijk en mogen niet los van elkaar functioneren. Onze houding naar anderen is een indicatie van ons leven met God. Johannes zegt het in zijn eerste brief zo: ‘Indien God ons zo heeft liefgehad, behoren ook wij elkander lief te hebben.’

Vanuit de ontmoeting met Jezus mogen wij in Zijn kracht anderen ontmoeten en hen tot Jezus leiden. Dat vraagt voortdurend contact met God in gebed, voor jezelf, voor hen die Jezus nog niet kennen, maar ook oor hen die over ons gesteld zijn, in allerlei verbanden. Bidt bijvoorbeeld voor Koning en koningshuis, dat hij koning mag zijn in dienst van God.


-

Dinsdag Ester 9:11-15 Barmhartig én rechtvaardig.

Soms doet de Bijbel verslag van gebeurtenissen die ons shockeren. Het gedeelte van vandaag doet dat wellicht ook. Ahasveros geeft de Joden – op Esters verzoek – nog een dag erbij om de strijd tegen de vijand voort te zetten. Blijkbaar zijn er nog steeds mensen die de Joden willen uitroeien. Het gevaar is nog niet geweken. Ester heeft geen andere keus dan over te gaan tot dit verzoek. Israëls vijanden moeten totaal worden verslagen – worden afgeschrikt om toekomstige dreiging te voorkomen.

Zo’n gedeelte als dit kan je helpen om je godsbeeld wat bij of scherper te stellen. We leven in een tijd waarin vaak de nadruk wordt gelegd op Gods liefde. Maar die liefde heeft ook een keerzijde: toorn. De HEERE is barmhartig én rechtvaardig. Wie Gods toorn opwekt, krijgt met Gods wraak te maken, die niet mild is. De vreze des HEEREN houdt een christen in het juiste midden: liefde én ontzag voor God. God houdt van ons en wij mogen van Hem houden (Psalm 18: 2). Tegelijk is God Heerser en Rechter, zodat wij voor Hem buigen en ons verootmoedigen (Psalm 90: 11). Wat is jouw godsbeeld? In hoeverre wordt ons godsbeeld bepaald door Gods Zoon, Jezus Christus?