-

Woensdag 16 april: Lukas 23:39-43 , Psalm 38:18 en 22 (berijmd) Het woord van zaligheid.

De moordenaar aan het kruis deed mee met het lasteren van de Heere Jezus, totdat hij als een teken van Gods rijke genade mocht buigen voor de Koning van de Joden. Hij bestrafte toen zelfs de andere moordenaar. Het lijkt alsof hij wil zeggen: ‘Hoe halen we het in ons hoofd om Hem die met ons gekruist is te beledigen. Binnen een paar uur zullen wij rechtvaardig sterven. Vervult je dat niet met angst en vrees? Deze man zal ook sterven, maar Hij heeft niets gedaan wat niet mocht.’ Dan klinkt uit de mond van die stervende zondaar een gebed tot de stervende Zaligmaker: ‘Gedenk mijner als U in Uw Koninkrijk zult gekomen zijn.’ Hij toont zijn diepe geloof in de Heere Jezus als de Zaligmaker. Wat zal het wonderlijk in de oren van de moordenaar geklonken hebben: ‘Heden zult gij met Mij in het paradijs zijn!’

Christus is nu in Zijn Koninkrijk gekomen. Wij mogen nog steeds tot Hem gaan: ‘Gedenk mijner nu U in Uw Koninkrijk gekomen bent.’ Stel het niet uit! Laat het niet op het laatste moment aankomen. Niemand weet immers de dag van zijn sterven. Ga vandaag nog! Hij, de grote Hoorder van het gebed, wil ook vandaag nog horen!

Zingen: Psalm 38:9

-

Vrijdag 18 april: Johannes 19:30 , Johannes 17:4-8 Het woord van overwinning.

Over Golgotha klinkt een triomfkreet. De overwinning is behaald! Alles is volbracht. De Heere Jezus heeft de spot en smaad van al Zijn vervolgers verdragen. Hij heeft de eisen van Zijn Vader ingewilligd. Alle profetieën zijn in vervulling gegaan. De zonden zijn weggedragen. Zijn leidensweg is ten einde. Hij heeft de wil van Zijn Vader gedaan en heeft door Zijn sterven God en de wereld met elkaar verzoend. De troon van de Satan is omgegooid en de fontein van genade is ontsloten. Door Zijn sterven heeft Hij de weg geopend tot de zaligheid van Zijn kinderen. Hij heeft alles volbracht! Van ons hoeft en kan er niets meer bij. Wat een eeuwige zondaarsliefde dat Hij deze weg wilde gaan. Wat een diepe verwondering past ons als we het door Gods genade mogen weten ‘Ik voor u, daar gij anders de eeuwige dood moest sterven’.

Als antwoord op de roep van Jezus ‘Het is volbracht’, past de lofzang: ‘Door U, door U alleen om het eeuwig welbehagen.’ Kan jij dat meezingen?

Zingen: Psalm 89:8

-

Zondag 20 april: Johannes 20:1-10 Het graf is open.

Uit liefde tot haar Heere gaat Maria naar het graf. Wat een verdriet is er in haar leven gekomen. Ze had haar Zaligmaker zo lief. Nu is Hij er niet meer. Ze begreep er niets van. Maar als ze bij het graf komt is de steen van het graf weg. Dat verzwaard haar verdriet, want ze denkt dat ze de Heere hebben weggenomen. Dat is ook wat ze verteld aan de discipelen. Petrus en Johannes gaan zo snel ze kunnen ook naar het graf. En ook zij zien het. Het graf is open, het graf is leeg! Als ze terug hadden gedacht aan de woorden van hun Meester, dan hadden ze de grote troost kunnen zien. Want dit open graf spreekt van de bron van zaligheid. Jezus is niet dood, maar Hij leeft! Nu zien ze slechts een graf wat leeg is en moeten ze door een engel er op gewezen worden dat Hij is opgestaan. En dan nog geloven de andere discipelen het niet. Pas als Jezus hen verschijnt, geloven ze dat het graf overwonnen is en dat Hij leeft. Die avond van de eerste dag bestraft Jezus hun ongeloof. ‘En verweet hun hun ongelovigheid en hardigheid des harten, omdat zij niet geloofd hadden degenen die Hem gezien hadden, nadat Hij opgestaan was.’

Het graf is open, de dood is overwonnen. Geloof jij het wel?

Zingen: Psalm 21:4

-

Dinsdag 22 april: Johannes 20:19-31 Jezus en Thomas.

Hoe kan het nu dat een discipel van de Heere alleen thuis blijft en niet met de andere discipelen wil samenkomen? Thomas heeft geen behoefte aan mensen om zich geen. Er wordt vaak gesproken over de ongelovige Thomas. Maar is dat wel echt zo? Was hij ongelovig? Of had hij maar een klein geloof? Kijk ook eens naar de andere discipelen. Zij waren wel samengekomen, maar met de deuren goed op slot. Stel je voor dat de Farizeeën ook kwamen om hen in de gevangenis te gooien. Is dat geloof? Is dat vertrouwen?

Maar in deze geschiedenis staat de Heere centraal! Hij zoekt Zijn discipelen op, ook al hebben ze Hem allemaal verlaten. De Heere weet wel dat Thomas er niet bij is. Maar daarom wordt het wonder nog groter, want een week later komt de Heere opnieuw. En dan is Thomas er wel bij en zoekt hem persoonlijk op. ‘Kom maar, Thomas, steek je vinger maar in de gaten in mijn handen en mijn zij.’ Dan klinkt er geloofstaal uit de mond van Thomas: ‘Mijn Heere en Mijn God’. Het gaat altijd van de Heere uit, Hij weet wat van Zijn maaksel zij te wachten. Heb jij Hem zo al eens verwacht?

Zingen: Psalm 27:7


-

Dinsdag 15 april: Lukas 23:26-38 Het woord van vergeving.

‘Ik zal ze! Hoe durven ze! Waarom altijd ik?’ Dat zijn gedachten die bij je op komen als anderen je dwarszitten. Het liefst zouden we hen flink de les leren. De Heere Jezus werd zelfs nog meer aangedaan dan ons. Hij werd bespot, bespuugd, uitgescholden, gegeseld en geslagen. De profeet Jesaja had het al gezegd: “Als een lam werd Hij ter slachting geleid en als een schaap dat stom is voor het aangezicht zijner scheerder, alzo deed Hij Zijn mond niet open.” Zonder klagen, zonder boosheid, zonder gebalde vuisten ondergaat Hij gewillig het lijden. Maar dan ineens opent Hij wel Zijn mond. Niet om Zijn vijanden uit te schelden, maar om voor hen te bidden. Zouden deze zonden die ze tegen de Heere Jezus deden nog vergeven kunnen worden? Ja, want Hij heeft voor hen gebeden, zodat ook zij vergeving konden ontvangen door het bloed wat Hij gaf voor zondaren.

Omdat Hij dat bloed gaf, omdat Hij die weg ging is er niet alleen voor Zijn moordenaars en vervolgers vergeving, maar ook voor jou! Hij wil nog steeds bidden bij Zijn Vader: ‘Vader, vergeef het hen.’ Ken je daar iets van?

Zingen: Psalm 79:4