-
Woensdag 12 februari
Het lot geworpen. {Esther 3 vers 6 tot en met 11#http://www.statenvertaling.net/bijbel/esth/3.html} In de eerste maand (deze is de maand Nisan) in het twaalfde jaar van den koning Ahasveros, wierp men het Pur, dat is, het lot, voor Hamans aangezicht, van dag tot dag, en van maand tot maand, tot de twaalfde maand toe; deze is de maand Adar. Esther 3:7
Het besluit is door Haman genomen. Hij zal het Joodse volk om laten brengen. Hiervoor laat hij het lot werpen. Hiermee laat Haman zich opnieuw kennen. Hij is bijgelovig! Het is toch veel eenvoudiger en sneller om zo snel mogelijk een moment te plannen om zijn Holocaust te voltrekken. Hij wist zich gedreven door bittere haat. Toch durft hij het niet aan. Zijn goden moeten het beslissende woord spreken. En daarom wordt het lot geworpen. De éne maand na de andere gaat aan het lot voorbij. Tot de twaalfde maand toe. Op deze maand Adar valt het lot.
Hiermee wordt duidelijk dat niet Haman, maar de HEERE alle dingen bestuurt. Hij laat het lot vallen op deze maand. De HEERE is aan het werk om Zijn volk te verlossen uit de hand van de goddeloze Haman. Voor het Joodse volk onzichtbaar. Straks zal Esther uit de schaduw van het heidense hof treden om voor haar volk te pleiten.
Herkennen wij dit? Allereerst het bijgeloof van Haman. Vertrouwen wij alleen op de Heere? Een heilige onbezorgdheid? Of zijn we onheilig bezorgd?
Natuurlijk kan onze weg donker zijn. Maar hier zien we ook dat ons pad door de HEERE gekend is en dat Hij ons leven leidt. Ook als wij het niet zien.
Zingen: Psalm 138:3
Stelling: De wandel met Christus is een wandel in een heilige onbezorgdheid.
-
Vrijdag 14 februari
Een rouwend volk. {Esther 4 vers 1 tot en met 5#http://www.statenvertaling.net/bijbel/esth/4.html} En in alle en een ieder landschap en plaats, waar het woord des konings en zijn wet aankwam, was een grote rouw onder de Joden, met vasten, en geween, en misbaar; vele lagen in zakken en as. Esther 4:3
Overal waar de wet van de koning gehoord wordt, is sprake van grote rouw onder het Joodse volk. Ook Mordechai deelt in deze rouw. Ook hij ligt in zak en as. Een groot contrast met de koning en Haman. Zij zaten en dronken! Heeft Mordechai misschien begrepen dat zijn weigering de reden was voor deze wet?
Het is anders gegaan dan Mordechai gedacht had. Enige tijd terug zag het er zo anders uit. Zijn nicht Esther koningin. Hij in de poort van de koning. En nu deze wet. Misschien heeft hij gedacht: heeft de HEERE Zijn verbond vergeten? Als deze wet wordt uitgevoerd zal toch het hele verbondsvolk worden omgebracht?
Dat Mordechai rouwt is gezien de omstandigheden te begrijpen. Het is echter wel nodig dat deze rouw getekend wordt door berouw. De Joden die in dit deel van het Perzische rijk woonden waren niet terug gekeerd op het bevel van de HEERE. De stad Jeruzalem in het verre Juda waren ze vergeten.
Er blijft maar één weg over voor het volk van de HEERE. En dat is de weg van het gebed. Niet alleen bidden om uitkomst, maar daarbij ook het belijden van schuld. In deze weg zal de HEERE uitkomst geven. Hij zal de hoogmoedige Haman vernederen. Opdat Zijn Naam alle eer en roem ontvangen zal. Er zal verlossing komen, niet dankzij Mordechai en Esther, maar ondanks hen en het Joodse volk.
Zingen: Psalm 126:3
Stelling: Een waar gebed kan niet zonder het belijden van schuld.
-
Zondag 16 februari
Esther ingewonnen. {Esther 4 vers 15 tot 5 vers 2#http://www.statenvertaling.net/bijbel/esth/4.html} Ga, vergader al de Joden, die te Susan gevonden worden, en vast voor mij, en eet of drinkt niet, in drie dagen, nacht noch dag; ik en mijn jonge dochters zullen ook alzo vasten, en alzo zal ik tot den koning ingaan, hetwelk niet naar de wet is. Wanneer ik dan omkome, zo kom ik om. Esther 4:16
De pleitrede van Mordechai mist zijn uitwerking niet. De aarzelende Esther is overwonnen. In de gekozen woorden van koningin Esther valt de overeenkomst op met Joël 2:15-16. Esther roept het volk om de weg te gaan het vasten en het gebed.
Esther heeft vele jaren in een wereld geleefd waar het Woord van God niet openging. Ze leefde als een heidin aan het heidense hof. Maar hier komt ze openbaar.
De woorden van Esther vormen een geloofsgetuigenis. Esther zal gaan pleiten voor haar volk: Wanneer ik dan omkome, zo kom ik om. Roept het leven van Esther geen herkenning op? Hinken wij met de aarzelende Esther nog op twee gedachten. Of hebben wij door genade de keuze met Esther gemaakt? Durven wij er in onze omgeving voor uit te komen?
Als we deze woorden eens op Christus betrekken? Aan Esther wordt straks de gouden scepter toegereikt. Ze zal blijven leven. Dat geldt voor Jezus Christus niet! Hij is omgekomen. Op de kruisheuvel van Golgotha is het zwaard van Zijn Vader tegen Hem ontwaakt. Hij heeft de volle beker van de toorn van God gedronken. Voor zondaren die met Esther de dood hebben verdiend. Is er heerlijker liefde op aarde zichtbaar geworden? Deze liefde wordt ons verkondigd. Opdat wij met Esther het eeuwige leven ontvangen.
Zingen: Psalm 145:6
Vraag: Overdenk je leven eens. Durf jij voor het geloof uit te komen? Hoe doe je dat?
Maandag 17 februari
De gouden scepter toegereikt. {Esther 5 vers 1 tot en met 8#http://www.statenvertaling.net/bijbel/esth/5.html} En het geschiedde, toen de koning de koningin Esther zag, staande in het voorhof, verkreeg zij genade in zijn ogen, zodat de koning den gouden scepter, die in zijn hand was, Esther toereikte; en Esther naderde, en roerde de spits des scepters aan. Esther 5:2
Terwijl het Joodse volk rouwt en bidt, gaat koningin Esther naar haar man; koning Ahasveros. Onder het prachtige gewaad van deze koningin gaat een vrouw schuil die in geloofsovergave gaat: wanneer ik dan omkome, zo kom ik om. Het is het één of het ander. Of het bevel gaat uit om koningin Esther te doden, of hij reikt haar de scepter toe en ze mag leven. Dit maakt de gang van Esther een doodsgang.
Zien we in gedachten koningin Esther gaan? Ze bevindt zich in de binnenste voorhof. Daar is de toegang tot de troonzaal. Nog even en ze zal oogcontact maken met haar man. Ongeroepen en ongenodigd staat ze daar. En wat doet de koning? Hij ziet zijn vrouw en hij steekt zijn gouden scepter uit. Ze heeft zijn gunst gewonnen. Ze mag de aangereikte scepter aanraken. In de Vulgata (Latijnse vertaling) lezen we dat ze de scepter heeft gekust.
Een heerlijk woord. Voor de oude slang een complete verrassing. Hij had Haman ingeschakeld om het volk van God te verdelgen. Maar Esther heeft zich in de strijd geworpen. In de overgave van het geloof. En zo vergist de duivel zich. Esther is niet omgekomen, maar heeft het leven ontvangen en met haar ook het volk van de HEERE. Voor hen ongedacht. Maar niet voor de HEERE. Hij werkt Zijn raad uit en laat niet varen enig werk dat Zijn hand begon.
Zingen: Psalm 86:4
Vraag: Herken je het geschetste beeld van Esther in jouw leven?
----
Klik hieronder voor een printbare versie van het Bijbelrooster.
-
Dinsdag 11 februari
Het gekwetste ego van Haman. {Esther 3 vers 1 tot en met 5#http://www.statenvertaling.net/bijbel/esth/3.html} Toen Haman zag, dat Mordechai zich niet neigde, noch zich voor hem nederboog, zo werd Haman vervuld met grimmigheid. Esther 3:5.
Toen we eind november hebben geluisterd naar het boek Esther hoorden we hoe koning Ahasveros niet Mordechai maar Haman verhoogde (Esther 3:1). Hier pakken we het boek Esther weer op. Dat Haman verhoogd werd hadden we niet verwacht. Lees het nog maar eens na wat er aan Esther 3 voorafgaat: Mordechai die de koning redde van de dood, wordt gepasseerd.
We lezen niet wat de gedachten zijn geweest van Mordechai. Wel wat er in Haman omgaat als diezelfde Mordechai voor hem weigert te buigen. Hij is vervuld met grimmigheid. Zijn ego is gekwetst. Durft deze Jood het aan om niet voor hem door de knieën te gaan?! Hij heeft er geen woorden voor. De bittere haat welt omhoog. De grimmigheid vervult hem totaal.
Is het voor ons niet herkenbaar? Hoe snel is ons ego niet gekwetst. Of draait de wereld niet om ons? Laten we dit niet al te snel ontkennen. We worden als egoïst geboren. Wat is het heerlijk om het tegenovergestelde te laten zien. Aan de voeten van Christus worden andere lessen geleerd. Dat wil zeggen: daar moet je sterven aan jezelf. Het zal duidelijk zijn dat hier genade voor nodig is. Iedere keer weer opnieuw. Om te zien op Jezus Christus, de overste Leidsman en Voleinder van het geloof.
Zingen: Psalm 1: 1 en 3
Vraag: Wandelen wij op de loopbaan van het geloof, dat we sterven aan onszelf, iedere dag opnieuw?