Operatie Barbarossa was destijds niet om te lachen. Integendeel, de Duitse aanval behoorde wat betreft de ingezette troepenmacht en aantallen slachtoffers tot de grootste militaire operaties uit de geschiedenis en was bovendien de bloedigste campagne in de Tweede Wereldoorlog.
Drie miljoen Duitsers, verdeeld over drie legergroepen, vielen over een front van 2900 kilometer aan. Hitler streefde naar een snelle overwinning en wilde het Rode Leger voor het eind van de zomer verslaan.
Legergroep ”Nord” van veldmaarschalk Wilhelm Ritter von Leeb rukte op naar het Oostzeegebied en Leningrad. Veldmaarschalk Fedor von Bock moest met zijn legergroep ”Mitte” Smolensk en daarna Moskou innemen en de communicatielijnen vernietigen. Legergroep ”Süd”, onder bevel van generaal Gerd von Rundstedt, rukte op naar de Oekraïne en de Kaukasus.
De Sovjets werden volkomen verrast, ze verloren een reeks gevechten langs de grens. De Duitse luchtmacht vernietigde 1800 Sovjetvliegtuigen op de grond. In het noorden en midden rukten de nazi’s snel op. In het zuiden stuitten ze op hevige weerstand. Operatie Barbarossa duurde tot december 1941, maar de oorlog aan het oostfront die ermee was ingeluid, eindigde pas in mei 1945 met de Duitse onvoorwaardelijke overgave aan de Sovjet-Unie en de andere geallieerden.