Dat is de vraag waar alles om draait: Wie is Hij? Wie is toch deze Man, Die Jeruzalem op een ezelsveulen binnenrijdt? De menigte weet het: de langverwachte Messias, de koning van Israël. En ook de discipelen denken aan de eeuwenoude profetie van Zacharia: „Verheug u zeer, gij dochter Sions! Juich, gij dochter Jeruzalems! Ziet, uw Koning zal komen, rechtvaardig, en Hij is een Heiland; arm, en rijdende op een ezel, en op een veulen, een jong der ezelinnen.” Zijn heerschappij zal zijn van zee tot aan zee, en van de rivier tot aan de einden der aarde (Zacharia 9:9-10).
Maar het loopt die week heel anders dan gedacht. Tenminste, voor de discipelen. De Zoon des Mensen zal worden overgeleverd in de handen van de mensen. „Maar zij verstonden dit woord niet, en het was voor hen verborgen, alzo dat zij het niet begrepen” (Lukas 9:44).
Jezus gaat door een stadspoort Jeruzalem binnen, ongeveer op de plaats waar nu de gesloten Gouden Poort staat. Palmpasen, heet die gebeurtenis op de kalender. Mensen uit Jeruzalem gaan de Overwinnaar tegemoet, zwaaiend met de voor het Loofhuttenfeest bestemde palmtakken. Ze leggen kleren op de grond, als een rode loper. Welkom! „Hosanna, de Zone Davids! Gezegend is Hij, Die komt in de Naam des Heeren! Hosanna in de hoogste hemelen!”
Toch hebben de discipelen niet helemaal ongelijk. Jezus ís de Koning van Israël, en Hij brengt vrede aan alle volken. Het Bijbelboek Openbaring laat de uiteindelijke vervulling van Palmpasen zien: „En ziet, een grote schare, die niemand tellen kon, uit alle natie, en geslachten, en volken, en talen, staande voor den troon, en voor het Lam, bekleed zijnde met lange witte klederen, en palmtakken waren in hun handen. En zij riepen met grote stem, zeggende: De zaligheid zij onzen God, Die op den troon zit, en het Lam” (Openbaring 7:9-10).
In de lijdensweek of Stille Week voor Pasen herdenken christenen het lijden en sterven van Jezus. Vandaag deel 1: de intocht in Jeruzalem.