In het dorpje De Lier, vlak bij Delft, loopt Yvar iets na 0.00 uur de voordeur uit om bekenden een hand te geven en om naar vuurwerk te kijken. Zelf vuurwerk afsteken? Daar komt het niet van. Amper staat hij buiten of het gebeurt. „Ik zag een witte flits, kreeg een klap en lag op de grond”, vertelt Yvar op de bank in zijn ouderlijk huis. „Het deed zo’n pijn dat ik dacht dat ik doodging. Dat riep ik ook. Alles was zwart in mijn rechteroog.”

Hevig geschrokken brengen Yvars ouders hun zoon naar binnen. Anderhalf uur later ligt hij op de operatietafel in het ziekenhuis in Delft. „Het kruit moest eruit. Vier nachten heb ik in het ziekenhuis gelegen. Om de drie uur kreeg ik druppels en maakten ze het oog schoon.”

Door de klap is de oogbal tegen de schedel geketst, waardoor het netvlies onherstelbaar is beschadigd. Op dag vijf mag Yvar naar huis, waarna hij weken op de bank moet liggen. De angst dat hij voor altijd blind zal zijn aan één oog, is groot. Totdat hij acht dagen na het ongeval opeens een schaduw ziet. „Daar waren we heel blij mee. We kregen weer hoop.”

Yvar moet ondertussen veel medicijnen slikken, waaronder prednison. In maart volgt een tweede operatie, waarbij er een kunstlens in zijn oog gezet wordt. Opnieuw moet hij wekenlang herstellen.

Naar school –hij zit op dat moment in groep 8 van de basisschool– kan Yvar niet. Toch komen de Cito-toetsen dichterbij. „Vol met medicijnen en pijnstillers ben ik toch gegaan om de opdrachten te maken.” Zijn moeder, niet zonder trots: „Yvar is echt een held. Hij liet zich niet uit het veld slaan. En hij scoorde ook nog eens vwo-niveau!”

De hoop dat de kunstlens het zicht weer terugbrengt, vervliegt stukje bij beetje. Op dit moment ziet hij niet meer dan 20 procent met zijn rechteroog. „Daar zal het waarschijnlijk bij blijven.” Aan het oog zelf is van een afstand overigens weinig te zien, al is de pupil –de kunstlens dus– een stuk groter dan normaal.

Waar is dat vuurwerk vandaan gekomen? Yvar haalt zijn schouders op. „We hebben wel een vermoeden, maar we kunnen niets bewijzen”, aldus zijn moeder. „Er stonden een paar jongens die rotjes naar een groepje meiden gooiden. Maar omdat er ook kleine kinderen liepen, hebben we gevraagd of ze ergens anders wilden gaan staan. Misschien kwam het daar vandaan.”

„Het was in ieder geval illegaal vuurwerk”, vult Yvar aan. „Dat konden de artsen zien aan het soort kruit dat ze uit m’n oog hebben gehaald.”

Maandenlang blijft de 12-jarige brugklasser bang voor vuurwerk. En nu, met oud en nieuw voor de deur, komt de angst weer terug. Toch gaat Yvar niet als een bang vogeltje binnen zitten. Waar hij met de jaarwisseling zal zijn? „Ik ga op het dak staan. Dat lijkt me wel veilig. Nee, de straat ga ik echt niet op.” Vuurwerk heeft voor hem afgedaan. „Wat ik erg dom vind, is dat winkels die vuurwerk verkopen bij een bepaald bedrag extra rommel gratis geven. Laat ze een bril geven!”

Dat is meteen de tip die hij iedereen mee wil geven: draag een veiligheidsbril. „Niet alleen als je vuurwerk afsteekt. Zet hem ook op als je buiten gaat kijken. Je wilt niet weten hoeveel pijn het doet als het misgaat.”