Met ”Nummers in New York” wil de 27-jarige striptekenaar Stephan Timmers laten zien dat wiskunde ook spannend en leuk kan zijn. Juist ook voor leerlingen die moeite met het vak hebben.
”Nummers in New York” gaat over drie jongeren die in New York moeten zijn voor een bijeenkomst van de jeugd-Verenigde Naties. Ze krijgen via sms’jes en usb-sticks allerlei mysterieuze wiskundige opdrachten. Ze vinden ook wiskundige toepassingen in New York. Zoals het gebruik van een parabool in de Brooklyn Brigde.
Aan het eind van het stripboek ontmoeten de drie hoofdpersonen hun twintig jaar oudere evenbeelden bij een tijdmachine. Dit stukje fantasie staat in schril contrast met de cijfermatige, wiskundige werkelijkheid die verder in het boek naar voren komt. Een beetje vreemd is het wel, maar het biedt aanknopingspunten voor een discussie.
Het stripboek is bedoeld als lesmethode. Maar als hulpje voor zelfstudie of als collector’s item voor de wiskundefan is het stripboek ook zeker de moeite waard. In de bijgevoegde docentenhandleiding staan meerdere manieren om het stripboek inclusief oefenopgaven en klassikale opdrachten op school in te zetten. ”Nummers in New York” is speciaal opgezet om leerlingen in de eerste en de tweede klas van het voortgezet onderwijs op „een prettige manier te helpen met de overstap van het rekenen in groep 8 naar het vak wiskunde”, aldus de auteur.
Zeker voor jongeren die visueel zijn ingesteld en lesstof beter onthouden als er met plaatjes wordt gewerkt, is het stripboek heel geschikt. In de docentenhandleiding staat zelfs dat het wetenschappelijk is bewezen „dat de combinatie van tekst en tekening helpt bij het onthouden van informatie. Daarbij worden de linker- en rechterhersenhelft gestimuleerd, zodat stof beter wordt opgenomen.”
Wil je de complete strip lezen? Klik hier!
Het stripboek bestellen? Dan kan hier!
-
„Wiskunde een ramp”
„Wiskunde heeft voor veel scholieren een horrorachtige klank”, aldus striptekenaar Timmers.
Om dat te testen nam Puntuit de proef op de som. Hoe ligt wiskunde bij jongeren? Daarvoor keek de redactie naar de afleveringen van de rubriek Estafette die elke maandag op de Puntuitpagina staat. In het rubriekje wordt jongeren onder andere gevraagd wat hun leuke en minder leuke vakken zijn op school. Van de 38 geïnterviewden in 2012 noemen er 16 wiskunde. Zeven keer in positieve en negen keer in negatieve zin. Het lijkt er dus op dat bijna een kwart van de jongeren wiskunde ten minste als ”minder leuk” kwalificeert.
Daarbij is de verhouding jongens en meisjes ook nog interessant. Van de zeven keer dat wiskunde „leuk” gevonden werd, ging het om zes jongens. Een van hen was Paulus. Hij vindt wiskunde wel interessant. „Behalve het huiswerk dan.”
Van de negen die wiskunde niet bepaald waarderen, zijn er zes meisjes. Zo zegt Annemie: „Wiskunde, daar ben ik niet zo goed in.” En Mathilde: „Dat kan ik gewoon niet.” Pia maakt haar standpunt wel heel duidelijk: „Wiskunde is een ramp.”
-
Weetje
In de meeste talen is het woord voor wiskunde afgeleid van het Griekse woord máthèma, dat wetenschap, kennis of leren betekent. Voorbeelden: Engels: mathematics, Duits: Mathematik, Frans: mathématiques. Het Nederlandse woord wiskunde is in de 17e eeuw verzonnen door Simon Stevin. Hij dacht aan wisconst – kunst van het gewisse of zekere.