Tijdens de reis van een week werden filmopnames gemaakt. Een documentaire is uitgezonden in het NCRV-programma Altijd Wat op dinsdag 7 oktober.

Waarom deze actie?

Gerrianne: „Onze reis had twee doelen. Allereerst voor onszelf. We zijn al meer dan een jaar bezig met de projectgroep eerlijke kleding, waarvan ik de voorzitter ben. Het werd tijd om zelf te kijken hoe het in Bangladesh gaat. Het is nu anderhalf jaar na de instorting van het Rana Plazagebouw in april 2013. Er kwam destijds veel media-aandacht op gang. Maar heeft dat de werk­omstandigheden verbeterd?

Daarnaast werkten we samen met de Schone Kleren Campagne. Bengalese vrouwen die daarvoor zijn geportretteerd hebben we bezocht om te kijken hoe het met hen gaat.”

Jullie deden je voor als Europese kledinginkopers. Hoe ging dat in zijn werk?

Jetske: „We hadden een afspraak met de eigenaar van een fabriek om tot een deal te komen voor de productie van kleding.”

Gerrianne: „We hebben zitten onderhandelen met die man. Dan zaten wij moeilijk te kijken en vroegen of-ie niet 2000 broeken kon laten maken in plaats van 1200. „No problem”, reageerde hij dan. We schrokken er echt van hoe snel en makkelijk hij toestond dat zijn werknemers veel langere werkdagen moesten maken.”

Jetske: „In een paar minuten was de hele deal rond. Zo’n 200 medewerkers zouden uiteindelijk per dag 2000 broeken maken voor omgerekend 2,80 euro per stuk. Daarvoor zouden de arbeiders maar liefst veertien uur per dag moeten werken.”

Gerrianne: „Toen we vroegen naar certificaten rond werkomstandigheden en brandveiligheid raakte hij bijna in paniek. Hij had niets, maar het zou allemaal geregeld worden. „No problem, no problem!” Dat zei-ie heel vaak.”

Wat leverde de dekmantel jullie op?

Gerrianne: „We kregen een rondleiding door de fabriek en konden de omstandigheden filmen. Die zijn nog niet verbeterd. In een moordend tempo moesten zelfs kleine meisjes in die fabriek werken. Het waren kinderen die je op een schoolplein zou willen zien rondrennen.”

Jetske: „Om de seconde moesten ze dan een knoop aanzetten. Bizar.”

Gerrianne: „We zijn bij meerdere fabrieken geweest, maar konden er eerlijk gezegd geen enkele vinden waar het goed voor elkaar was.”

Hoe was het bij Rana Plaza?

Jetske: „Treurig. Tussen de enorme puinhopen –die er nog gewoon liggen– zie je allemaal kleurige kledingresten. We stonden er nog geen minuut en vonden al merkkleding.”

Gerrianne: „Ik weet niet waarom ik dat stuk broek tussen de stenen vandaan trok, maar het was meteen raak. Het bleek van United Colors of Benetton. Mijn hartslag schoot echt omhoog. Als je op dat moment daar op die puinhoop staat. Dat kwam wel binnen!

We hebben ook een vrouw ontmoet die door de instorting haar arm is verloren. Ze heeft vier dagen onder het puin gelegen. Om haar te redden moest haar arm worden afgezaagd. Aan het eind van het interview had ze tranen in haar ogen. Zo’n gesprek geeft die puinhopen opeens een gezicht en een verhaal.”

Wat trof jullie het meest?

Jetske: „Dat zo’n ramp als van het Rana Plazagebouw zo weer kan gebeuren. Dat is me wel duidelijk geworden.”

Gerrianne: „Mij troffen vooral de gesprekken die we hadden tijdens het dagje uit in een pretpark met de Bengalese vrouwen van de Schone Kleren Campagne. Ze zeiden dat ze sinds vorig jaar tal van interviews hadden gegeven, maar dat er ondertussen niets is veranderd. Schokkend. Anderzijds drukten ze ons op het hart om niet te stoppen met het kopen van de kleding. Dan hebben we helemaal geen leven meer, zeiden ze.”

Jetske: „Aan het eind van de week waren we echt een beetje down. Het is zo’n complex probleem. Je zit met een corrupte overheid, met kledingmerken die het allemaal wel goed vinden, met subcontracten en met consumenten die niet meer willen betalen.”

Heeft de reis jullie veranderd?

Gerrianne: „Voor mij kreeg het onderwerp een gezicht. Als ik nu in de kledingwinkel sta, denk ik aan Daliya en Shahnaz.”

Jetske: „Het onrecht hangt als kleding om je heen. Zo dichtbij is het. Ik wil me daar bewust van zijn. Bewustzijn bij de consument over waar kleding vandaan komt, is heel belangrijk.”

Wat moet er veranderen?

Gerrianne: „Er is nog een grote slag te slaan. Vooral bij de merken. Die moeten transparanter zijn en hun verantwoordelijkheid nemen.”

Jullie gingen undercover. Op een oneerlijke manier pakken jullie oneerlijke kleding aan.

Gerrianne: „Het is de enige manier. Want anders blijft de deur van de fabriek potdicht. Het doel heiligt de middelen.”

Jetske: „Ik voel me er niet schuldig over, maar ik vond het wel zielig voor die fabriekseigenaar. Die staat nu op een lijst om gecontroleerd te worden. Het kan grote consequenties voor hem hebben. Soms moet je iets slechts doen om het goede te bereiken.”

Gerrianne: „Het was ook heel tegenstrijdig. Je liep er met je arrogante gezicht, alsof je er kwam om geld te verdienen, en vanbinnen huilde je. Vanwege de kinderarbeid en de werkomstandigheden. Je wilt hen eigenlijk helpen, maar je mag het niet laten merken.”