Hoeveel jongeren kunnen zeggen dat ze op hun vijftiende een medische test hebben ontwikkeld die veel beter is dan de huidige standaard? ’t Is dan ook niet verwonderlijk dat Andraka in het afgelopen jaar tal van onderscheidingen en prijzen kreeg voor zijn vinding.

Maar succes komt je niet aanwaaien; het vergt doorzettingsvermogen en inspanning. Dat was bij Jack niet anders. Zijn interesse voor alvleesklierkanker werd gewekt toen een vriend van de familie, iemand die hij als een oom beschouwde, hieraan overleed.

Toen hij zich in de ziekte ging verdiepen, ontdekte hij dat de aandoening vaak pas in een laat stadium wordt vastgesteld. De vijfjaarsoverleving is slecht –minder dan 5 procent– en de vooruitzichten zijn, in tegenstelling tot veel andere vormen van kanker, in de afgelopen decennia nauwelijks verbeterd.

Alvleesklierkanker kan met een bloedtest worden vastgesteld doordat patiënten een verhoogde waarde hebben van één eiwit, mesotheline. Over de huidige standaard, een Elisatest, is Andraka niet positief. „Probleem is dat hij 800 dollar kost en uiterst onnauwkeurig is: in 30 procent van de gevallen mist hij de kanker. Het is dus eigenlijk een slechte test.”

Tijdens een biologieles krijgt hij zijn idee voor een betere aanpak. Hij schrijft een onderzoeksvoorstel en mailt dat naar 200 onderzoekers. De reacties die hij daarop krijgt, zijn echter teleurstellend. „Ze zeiden dat het niet zou werken, dat het een slecht idee was, dat een 15-jarige zoiets niet kon bedenken. Slechts één hoogleraar van de Johns Hopkins University reageerde: „Ja, dit kan werken, misschien ook niet. Kom in mijn lab en dan zullen we zien of je idee steek houdt.”

Patholoog Anirban Maitra verwacht Jack in de zomer een paar weken te zien en daarna niet meer. Daarmee onderschat hij echter de gedrevenheid van de jongen. Maandenlang werkt hij in het lab – na schooltijd en hele dagen in het weekend.

Zijn inspanningen blijven niet zonder resultaat. „Mijn idee bleek verbazingwekkend goed te werken. De test heeft tot op heden een betrouwbaarheid laten zien van 100 procent. Ook kan hij vroege vormen van alvleesklier-, ovarium- en longkanker opsporen, wanneer iemand nog bijna 100 procent kans heeft op overleving. Daarbij is hij 168 keer sneller en ruim 20.000 keer goedkoper dan, en meer dan 400 keer zo gevoelig als de huidige gouden standaard.”

Voor de test volstaat een druppel bloed van een vingerprik op een strookje papier dat wel wat weg heeft van de strookjes die worden gebruikt voor urinemonsters.

Wat vernieuwend is aan zijn methode, is dat hij nieuwe technieken –koolstofnanobuisjes– combineert met oude – antilichamen die specifiek binden aan één eiwit. „De lange, dunne buisjes liggen in eerste instantie in een grote hoop op het papier. Door er antilichamen aan toe te voegen, krijg je een netwerk dat slechts op één specifiek eiwit reageert”, legt Andraka uit. Waneer dit eiwit, mesotheline bij alvleesklierkanker, in contact komt met het netwerk, zal het aan de antilichamen binden. „Het grotere molecuul dat dan ontstaat, trekt het netwerk van nanobuisjes uiteen. Elektriciteit kan er dan minder goed doorheen stromen.”

Die verandering in weerstand meet de jongen gewoon met de ohmmeter van z’n vader – een apparaat dat voor 50 dollar (zo’n 40 euro) te koop is bij de bouwmarkt. „Aan de weerstandsverandering van de papiersensor kun je aflezen hoeveel iemand van het bewuste eiwit in zijn bloed heeft. Op basis van de gemeten waarde kun je dan zeggen: deze persoon heeft alvleesklierkanker en deze niet.”

Andraka denkt dat deze manier van diagnostiek in de komende decennia de standaard zal worden binnen de geneeskunde. „Ik verwacht dat over tien jaar elke huisarts deze tests uitvoert. Het mooie van mijn sensor is zijn veelzijdigheid.” Afhankelijk van het gekoppelde antilichaam, kan hij alvleesklier-, ovarium- en longkanker opsporen of hiv, griepvirussen en signaaleiwitten voor hartaandoeningen.