Jaarlijks lopen meer dan 100.000 scholieren stage bij een vrijwilligersorganisatie. Sinds 2011 is een maatschappelijke stage van dertig uur voor iedereen verplicht. Volgend jaar wordt die verplichting echter weer afgeschaft. Toch kunnen kerken proberen jongeren te blijven interesseren voor zo’n stage, was de mening bij de conferentie. Dat heeft twee voordelen: scholieren maken kennis met de kerk en kerken kunnen meer betekenen voor mensen.
Elianne Schulz, coördinator maatschappelijke stage van het Protestants Jeugdwerk Amsterdam, wist in vijf jaar tijd 1243 leerlingen van 45 Amsterdamse scholen te interesseren voor een stage bij de kerk. „Leerlingen gaan bij ouderen op bezoek, doen voor hen boodschappen of zemen de ramen”, zegt Schulz. „Die extra hulp levert meer kleur en kwaliteit in het diaconale werk. Bovendien is dit vrijwilligerswerk voor jongeren een positieve ervaring met het werk van de kerk en de diaconie.”
Schulz zegt dat het niet onbelangrijk is dat de kerk zo ook in aanraking komt met de belevingswereld van jongeren van buiten de kerk. „Met hun inzet doen jongeren iets goeds voor de kerken en voor zichzelf. Het mes snijdt aan twee kanten. Al met al is de stage positief voor het imago van de kerk, voor de jongeren en het vrijwilligerswerk.”
Volgens prof. dr. Herman Noordegraaf, bijzonder hoogleraar en docent voor diaconaat aan de Protestantse Theologische Universiteit, bestaat diaconaat al zolang de christelijke kerk bestaat. De inzet voor mensen in nood vinden we al vanaf het eerste begin van de kerk. „Diaconaat, zo leert ons de Bijbel, heeft alles te maken met het leren zien van nood. Waarnemen van nood is namelijk niet vanzelfsprekend.”
Jongeren moeten volgens hem leren nadenken over hun ervaringen, over de samenleving en over wie ze zijn en waar ze staan in het leven. „Daarom biedt de maatschappelijke stage goede mogelijkheden om jongeren bij kerkelijke diaconale activiteiten te betrekken.”
De maatschappelijke stage kan worden beschouwd als een vorm van burgerschapsonderwijs, stelde de hoogleraar. Centraal daarin staat het meedoen aan de samenleving, het zich verbonden weten met andere mensen en het zich inzetten voor de publieke zaak.
„Van een maatschappelijke stage, of die nu door school of kerk wordt georganiseerd, blijft bij een jongere altijd wat hangen”, zegt ds. Klaas van der Kamp, algemeen secretaris Raad van Kerken Nederland. De Bijbel is voor hem een stageboek. Hij noemde de geschiedenis van Samuël als voorbeeld. Zijn stage bij de tabernakel was geen succes, stelde hij. „De jonge Samuël kwam er in aanraking met een wereldse leefwereld. Maar ieder jaar bracht zijn moeder hem een nieuwe mantel. Zij zat als het ware in de plooien van zijn mantel. Zo heeft Samuël zijn stage nimmer vergeten”, aldus ds. Van der Kamp.