De Keet, noemen de meiden hun vakantiestekje. „Geen bierkeet, hoor”, lacht Renate. Voor de ramen van de twee geschakelde units hangen gezellige gordijntjes, het geheel is omtimmerd met houten planken en op de tafel ligt een rood tafelkleed met witte stippen. Binnen staat meubilair dat in het ouderlijk huis overbodig was: van „lievelings­stoelen” tot een orgel dat „een beetje” vals klinkt.

Om bij De Keet te komen, moeten de meiden eerst het terrein van hun vaders loonbedrijf over. En dan zitten ze op een heerlijke locatie: naast het maisland (Sabine: „Daar kun je mooie foto’s maken”), tussen de wilgen en vlak bij het water. „Wel word je ’s ochtends tussen vijf en zes uur al wakker”, weet Renate uit ervaring. „De tractors staan hierachter en worden altijd vroeg opgehaald.”

Omdat het gezin nooit op vakantie gaat, richtte pa De Bruijn voor zijn zoon en zes dochters en hun vriendengroepen een privévakantiestek in. Die staat er al zolang Sabine en Renate, de jongsten van het gezin, zich kunnen herinneren. Ook de jaarlijkse bedrijfsbarbecue wordt er gehouden. Het hele jaar door zijn de zussen er wel te vinden, ook voor vriendinnenavonden. Sabine: „En ik maai elke week het gras.”

Renate sliep deze zomer voor het eerst met vriendinnen van het Driestar College in De Keet, Sabine ging voor de vierde keer. „Dit jaar met Willemijn Methorst uit Staphorst, die ik ken van een Daniëlkamp.” Ze zijn het helemaal met elkaar eens: vaste ingrediënten voor een geslaagde vakantie zijn pannenkoeken, chips en het buitenspel ”Tien tellen in de rimboe”. Van slápen in De Keet komt nooit zo veel. Sabine, grinnikend: „De matrassen zijn niet al te best.” Renate geeft een andere uitleg: „Thuis mogen we onze mobieltjes niet mee naar boven nemen. Daarom is het extra leuk om in de vakantie ’s avonds nog een poosje te appen.”

-

Gaat niet mee:

„Schoolboeken blijven altijd thuis. Als we naar De Keet gaan, houden we vakantie.” Sabine: „De dag na de vakantie met Willemijn had ik het theorie-examen voor mijn scooterrijbewijs. Maar mijn boek meenemen? Daar heb ik niet eens aan gedacht.”


-

Gaat mee:

„We nemen altijd eten en drinken van thuis mee. Gewoon, uit de voorraadkast, lekker makkelijk en goedkoop. Soms gaan we naar de supermarkt als we iets vergeten zijn. Maar we gaan elke dag wel even terug naar huis en kunnen het dan ook zo meenemen.”