Na een wetenschappelijke studie sta je voor de keus: werken, verder studeren of promoveren? Henk koos er in 2009 na de afronding van zijn wiskunde­opleiding aan de Technische Universiteit in Delft voor om te promoveren.

Wanneer dacht je: „Laat ik eens doctor worden!”?

„Haha... Het gaat me niet zozeer om de doctorstitel. Ik vind het doen van onderzoek vooral leuk. Tijdens het afstuderen vroeg mijn begeleider of ik ook bij hem wilde promoveren. Ik twijfelde toen niet lang, maar zei al snel ja. Het onder­werp lag ook in het verlengde van mijn afstudeeronderzoek: stochastische Cantorverzamelingen. Klinkt ingewikkeld, hè? ’t Is ook lastig om in één zin uit te leggen.”

Hoe werkt zo’n promotieonderzoek?

„Mijn begeleider had bij zijn eigen onderzoek een aantal open vragen. Met elkaar bespreek je de doelen van het onderzoek en stel je een onderzoeksplan op.

Verder moet er geld beschikbaar zijn, als promovendus ontvang je namelijk salaris. Betaald studeren, zou je het kunnen noemen. Voor mijn onderzoek is een subsidieaanvraag gedaan. De aanvraag is alleen nooit goedgekeurd, dus betaalde de universiteit uit de eigen pot.”

Hoe liep het onderzoek?

„Goed. Een aantal vragen die mijn promotor had, is opgelost.

Ik heb overigens nog een tweede onderwerp opgepakt voor mijn proefschrift. Op een zonnige middag, terwijl ik wat zat te tekenen, borrelde er een leuk wiskundig vraagstuk op (zie kader, MK). Uiteindelijk heb ik daarover in wetenschappelijke tijdschriften gepubliceerd.

Overigens zijn twee onderwerpen in een proefschrift vrij ongebruikelijk, meestal heb je er maar één. Belangrijker is dat je aantoont dat je over bepaalde wetenschappelijke vaardigheden beschikt.”

En heb je ook nog wat aan zulk onderzoek?

„Wiskundigen kunnen zich bezighouden met toegepast en zuiver wiskundig onderzoek. Het eerste is gericht op toepassingen in de praktijk. Ik ben meer geïnteresseerd in de laatste soort, het fundamentele onderzoek. Daarbij is het praktische nut niet altijd gelijk duidelijk. Zo werd het vinden van priemgetallen (zijn alleen deelbaar zijn door 1 en door zichzelf, MK) vroeger als een hobby van wiskundigen gezien. Tegenwoordig hebben die getallen een functie bij het beveiligen van digitale informatie.”

Spannend, de promotieplechtigheid?

„Niet echt. Acht wijze mannen bestookten mij met vragen. Ik moest me verdedigen en iets van een discussie op gang brengen. Van tevoren hadden alle acht mijn proefschrift goedgekeurd. De spanning was er dus al af. Alleen als ik geen woord had uitgebracht, was het feest niet doorgegaan.”

Je hebt de bul op zak. En nu?

„Ik blijf nog een halfjaar in Delft om te doceren. Daarna ga ik op zoek naar werk in academische kringen. Een baan als universitair docent lijkt me wel wat. Je hebt dan deels onderzoekstaken en deels onderwijstaken. De afgelopen jaren heb ik al veel les­ge­geven. Het contact met studenten spreekt me aan.

Het vreemde vond ik wel dat ik hier zomaar –zonder opleiding tot docent– mocht lesgeven. Op een middelbare school zou dat nooit kunnen, terwijl het niveau hier toch echt hoger ligt.”

En het dichten, komt daar nog wat van?

„Dichten hoort niet meer bij mijn plichten, dus ik ga me op andere zaken richten. Misschien in later dagen, als iemand me zou vragen een rijmpje voor te dragen.”

-

Henks proefschrift

Een korte samenvatting voor niet-wiskundigen van hoofdstuk 1 van Henk Dons proefschrift: „Stel dat een bakker een ronde taart heeft en dat hij die in stukken snijdt door snedes vanuit het middelpunt, waarbij hij het mes steeds over een vaste hoek draait. Een klassiek resultaat is dat hiermee de taart in stukken van maximaal drie verschillende maten verdeeld wordt, ongeacht hoeveel rondjes het mes maakt. In dit proefschrift bewijzen we een vergelijkbaar resultaat voor de landingspunten van een bal die (zonder energieverlies) tussen twee muren heen en weer stuitert: de landingspunten verdelen de afstand tussen de muren in stukjes van maximaal vier verschillende lengtes.”

Het volledige proefschrift vind je hieronder in PDF.


-

De promotieplechtigheid

- Een promotie verloopt volgens een vast ceremonieel.

- Alle officiële aanwezigen dragen een rokkostuum of een toga met hoofddeksel.

- De promovendus wordt geflankeerd door zogenaamde paranimfen. Zij begeleiden degene die promoveert. Meestal gaat het om familieleden of studievrienden.

- Tegenover de promovendus zit de promotiecommissie. Die bestaat uit de promotor en eventuele copromotoren (hoogleraren die de promovendus hebben begeleid), en de opponenten.

- In een openbaar debat wordt de promovendus door de opponenten aan de tand gevoeld over zijn proefschrift. Hij moet zich verdedigen.

- De hele plechtigheid duurt precies een uur of drie kwartier. Dan komt de zo genoemde pedel binnen die met een staf op de grond stampt en roept: „Hora est!” (Latijn voor: Het is tijd).

- Daarna gaat de promotiecommissie in overleg of de titel kan worden verleend. In de praktijk komt het nooit voor dat de promotie niet doorgaat.

- Vervolgens reikt de promotor na een toespraakje (laudatio) de promovendus de doctorsbul uit.