Een donkerharig, breekbaar meisje, 13 jaar. Voor de ruim 1600 nabestaanden in de RAI vertelde ze maandagmiddag over het grote verdriet dat sinds 17 juli in haar leven kwam. Haar moeder zat op vlucht MH17 en kwam om.

„Het laatste sms’je dat ik van haar kreeg, luidde: „Tot over vier weken, schatje, pas op jezelf”, vertelde het meisje gisteren tijdens de nationale herdenking. Haar moeder was haar alles. „Mijn maatje, mijn voorbeeld, mijn huisgenootje. Ik word elke dag achtervolgd door het feit dat ze er niet meer is. Ik probeer gevoelens voor iedereen weg te stoppen, van binnen ga ik kapot.

Ik wilde nog zo veel dingen met haar doen. Alles ruzies en discussies met haar waren toen zo vreselijk, maar mis ik nu zo. Ze bedoelde het zo goed, ze wilde het beste voor mij. Ze is iemand die ik echt niet kan missen in mijn leven.”

Indruk maakte ook het verhaal van een jonge vrouw die haar beide ouders bij de ramp verloor. „Mijn broertje vroeg op 17 juli wat voor vluchtnummer mijn ouders hadden. Donderwolken trokken samen. ’s Nachts om half twee viel het doek. Ze stonden op de passagierslijst. Het gat dat ze achterlieten is niet te vullen. Soms is het gemis zo heftig, dat je even niet meer op je benen kunt staan.”

Ze waardeert de wijze waarop Nederland omgaat met de MH-17-tragedie. „Zelfs toen voor de derde keer vanuit Eindhoven de rouwstoet vertrok, stonden viaducten vol mensen. We zijn dankbaar over de enorme hoeveelheid kaarten die we kregen. We kregen een kaart van een onbekende kennis. Die had vader op 17 juli nog in de vertrekhal van Schiphol gezien. De kennis wilde vader gedag zeggen, maar die reageerde niet. Vader had iets veel belangrijkers te doen: moeder zoenen.”

Dankbaar toonde ze zich voor het werk van de bergingsdienst, de forensische staf en de familierechercheurs. Ook was ze „diep ontroerd” over mensen die in het rampgebied in Oekraïne wonen. „Zij hebben onze geliefden en hun bagage geborgen. En dat terwijl zij ook getraumatiseerd waren. Brokstukken kwamen door hun dak, voor hun voordeur, op hun akker.”

Een oudere man vertelde over het verlies van zijn oudste zoon, schoondochter en jongste kleinzoon. „Onze dierbaren zijn met een klap uit de lucht geschoten. Wij voelen ons geamputeerd. Het voelt als we in een rijdende trein zitten. Een trein die hard rijdt en nergens stopt. We staren naar buiten, het is wazig daar. Beelden schieten voorbij. Het is een horrorscenario, een scenario van woede, onmacht en onbegrip.”

De man stond stil bij de huidige onrust in de wereld. „We hadden het idee dat Europa er na de val van de Muur in 1989 anders uit zou zien. Die gedachte blijkt na 25 jaar ijdele hoop. We zien beelden van terrorisme, godsdienstwaanzin zonder scrupules, machthebbers die het niet waard zijn te regeren, bevolkingen die verstoken zijn van objectieve observatie.”

Rond kwart voor twee werden de namen van alle 298 slachtoffers met hun leeftijden opgelezen. Soms was de stem van de voorlezer verstikt van emotie.