De straf valt lager uit dan de eis van het Openbaar Ministerie (OM), dat 18 maanden cel vroeg waarvan 6 voorwaardelijk. De rechtbank vindt dat R.M. aanmerkelijk onvoorzichtig, onachtzaam en nalatig heeft gehandeld ten aanzien van haar zoontje. Die belandde begin oktober in kritieke toestand in het ziekenhuis.

Volgens de rechtbank heeft de vrouw op ernstige wijze de zorgplicht voor haar kind geschonden. Ze liet hem aanzienlijke tijd zonder toezicht in huis spelen en rondlopen terwijl ze wist dat het een ondernemend jongetje was dat alles in zijn mond stopte en deuren kon openen. Het jongetje glipte in de opslagkast en nam van de cocaïne. Hij belandde vervolgens stuiptrekkend met schuim en bloed uit zijn mond op de intensive care. Inmiddels gaat het weer goed met hem, zei R.M. eerder op de zitting.

De rechtbank achtte verder bewezen dat de vrouw betrokken was bij witwassen, het verwerken en bereiden van coke en handel in drugs. Justitie omschreef de woning waarin zij met haar vriend en kind verbleef, als een geïmproviseerd drugslab. Behalve op het toilet bevonden zich overal in het huis chemicaliën, apparatuur en cocaïne. Zelfs in de luiertas zat een zakje versnijdingsmiddelen.

R.M. verklaarde zelf dat ze niks te maken had met de drugshandel en schoof de schuld naar haar vriend. Die is echter met de noorderzon vertrokken.

Bij het bepalen van de straf hield de rechtbank rekening met een rapport van de psycholoog die de vrouw als zwakbegaafd omschreef en verminderd toerekeningsvatbaar achtte ten aanzien van het incident met haar zoontje. Volgens de rechter is het van belang voor de band tussen moeder en kind dat de tijd dat ze niet samen kunnen zijn zo veel mogelijk wordt beperkt. Na haar vrijlating moet R.M. onder meer begeleid gaan wonen en een gedragstraining volgen.