De Academie voor Media en Maatschappij organiseerde gisteren een nationaal congres over digitaal pesten. Cyberpesten is niet los te zien van technologische ontwikkelingen, betoogde jeugdtrendwatcher Bamber Delver. Pesten heeft een nieuwe gedaante aangenomen door mobiel internet. „Vluchten kan niet meer. Door smartphones ben je 24 uur per dag prooi.”
Jongeren zijn volgens de trendwatcher niet langer afhankelijk van ”poortwachters” van kennis: docenten, ouders, politie, hulpverleners. Jongeren leren fulltime door zelf online informatie te bieden en te zoeken. Voor jongeren is internet een basisbehoefte, net als eten, drinken en zuurstof.
Cyberpesten van bovenaf aanpakken met lespakketten en gedragsregels heeft volgens Delver „volstrekt geen” zin. Hij pleit voor een nieuwe aanpak, waarbij jongeren een sleutelrol spelen door elkaar via sociale media positieve signalen te geven (”positive peergroup educatie”).
Omdat jongeren kennis via sociale media vergaren, is hun daarmee ook ander gedrag aan te leren. Slachtoffers kunnen via sociale media leren zichzelf te beschermen en pesters kunnen respectvol gedrag aanleren.
Internetgebruik wordt „nog veel ingewikkelder”, waarschuwde Delver. Smartphones worden geïntegreerd in alledaagse, niet te verbieden gebruiksvoorwerpen als horloges, armbanden en oorbellen. „Het onderwijs dat mediaprotocollen baseert op mobieltjes loopt bij voorbaat hopeloos achter. Beleid moet op termijn houdbaar zijn.”
De jeugdtrendwatcher adviseert een antipestbeleid te creëren zonder sociale media te benoemen, maar uit te gaan van ethiek. Hij pleit daarbij voor een herwaardering van normen en waarden. „De luxe om te lachen om ethiek kunnen we ons na verschrikkelijke zelfdodingen onder jongeren niet langer permitteren.”