Het begon allemaal toen een docent ziek werd. Voor de school was het onmogelijk iemand te vinden die alle vrijgekomen uren kon opvullen. Nood aan de man dus. De school deed een oproep aan de ouders om kandidaten voor de vacature van wiskundedocent te melden.

Jordi’s ouders krabden zich eens flink achter de oren en namen toen een besluit: ze zouden hun eigen zoon opgeven. Jordi: „Dus werd ik op een dag ineens uit de les gehaald, zonder dat ik wist waar het over ging.”

De vwo 6-leerling wordt aangenomen voor één uur per week. Tegen een kleine vergoeding. En zonder dat hij daarvoor de precieze reden weet. Jordi: „Ik ben geen wiskundewonder; eigenlijk ben ik een heel normale leerling op dat gebied.”

De eerste les was hij erg zenuw­achtig, geeft hij toe. Als vwo 6-leerling sta je ook weer niet zo ver boven een vwo 2-klas. „Ze hoefden geen meneer tegen me te zeggen, maar gewoon Jordi. Ik ben hun medeleerling.”

De jonge docent trof het: „Ze probeerden me niet echt uit. Ik heb er ook niemand uitgestuurd, dat was niet nodig. Het was een huiswerkles: als ik de opgaven uitlegde, moesten ze stil zijn. Daarna konden ze hun gang gaan.”

Lastiger dan orde houden, bleek uitleggen. „Soms snapten leerlingen het na een aantal keer nog niet. Het is moeilijk om dan geduldig te blijven.”

Een uurtje voorbereiding was alles wat de examenleerling voor de les hoefde te doen. „Thuis maakte ik alleen de opdrachten waar zij mee bezig waren, zodat ik de stof goed uit kon leggen.”

Zelf vindt hij het dan ook helemaal niet zo bijzonder dat hij even voor docent mocht spelen. En al die media-aandacht was ook helemaal niet nodig geweest.

Zijn klasgenoten vonden het echter best interessant om een docent in hun midden te hebben, weet Jordi. En de leraren? „Die maakten er vooral grapjes over. Op de gang spraken ze me soms aan als „collega”. Maar mijn relatie met hen is er verder niet veel door veranderd. Al begrijp ik nu beter waarom ze zo geïrriteerd kunnen raken als leerlingen niet opletten in de les.”

Inmiddels zit Jordi’s werk als docent er weer op. Na de vakantie komt er een nieuwe leraar lesgeven. De kans dat Jordi nog eens ingeschakeld wordt, is klein.

Hij is er niet rouwig om. „Het was superleuk. Maar ik wil dit niet als mijn beroep. Dat was ik van tevoren ook al niet van plan. Ik ga de technische kant op, dat lijkt me leuker.”