Kolossaal. Zo kun je de fietsgroep die richting Elspeet gaat gerust noemen. Zo’n tachtig scholieren van de Fruytier Scholengemeenschap in Uddel rijden richting school. Puntuit fietst op deze koude vrijdagmorgen mee vanaf Nunspeet naar Elspeet, over het fietspad langs de N310. De reden? Er schijnen hier regelmatig vechtpartijen en andere schermutselingen te zijn met tegenliggers.

Die tegenliggers zijn Elspeters die naar het christelijke Nuborgh College in Nunspeet gaan. Halverwege dit fietspad komen de groepen elkaar tegen. En dat gaat niet altijd zonder slag of stoot. De directeuren van beide scholen stuurden vorige week een brief naar alle ouders. Of hun kinderen zich alsjeblieft goed zouden willen gedragen.

Is er inderdaad een probleem? Erwin (16) vindt het wel meevallen. Met een vaart rijdt hij door het Nunspeetse fietstunneltje, om aan de andere kant vol op de pedalen te gaan staan. Ja, hij heeft wel eens gevochten. „Ze trokken mijn vriend van de fiets af. Toen riepen we: „Als je lef hebt, moet je terugkomen.” En dat deden ze. We hebben wat gepraat en geduwd. Tot ik iets over het dorpje Vierhouten zei, waar een van de jongens vandaan kwam. Toen werden ze boos en hebben we een paar tikken uitgedeeld.”

Ook de politie is op de hoogte van de situatie op het fietspad en houdt extra toezicht en controles. Toch is er op deze vrijdagmorgen geen agent te zien. Dat is voor enkele fietsers maar goed ook, gezien de vele niet brandende achterlichtjes.

Ondertussen vertelt Erwin verder. „De directeur heeft ons een tijdje geleden toegesproken en afspraken met ons gemaakt. We moeten proberen op onze helft van het fietspad te blijven en de groepen mogen niet te groot zijn.”

Op de eigen helft blijven dus. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Het fietspad is verre van breed en ongemerkt fietsen de jongelui op de andere helft. En dan rijden ze toch keurig met z’n tweeën naast elkaar. Dat er nu zo’n grote groep fietst, is volgens enkele jongens een uitzondering.

Waar blijft de fietsgroep van het Nuborgh toch? In de verte worden drie lichtjes zichtbaar en komen snel dichterbij. Al foeterend worstelen drie meiden zich langs de ellenlange rij fietsers. Het is goed te begrijpen dat het geen pretje is als je zo’n grote overmacht als tegenligger hebt. „Ze hebben wel een grote mond voor zulke kleine meisjes”, merkt een van de jongens op. Hier en daar wordt gegrinnikt, maar daar blijft het bij. Meer leerlingen van het Nuborgh zijn er deze morgen niet. „Die zijn zeker allemaal met de bus.”

Al enkele jaren denkt de provincie na over een extra fietspad aan de andere kant van de provinciale weg. Tot nu toe is het er niet van gekomen. Erwin: „Daar hebben ze het al zo lang over.”

Toch zou het een slecht signaal zijn als de provincie een extra pad aan moet leggen omdat christelijke jongeren zich niet kunnen gedragen. Erwin haalt zijn schouders op. „Dit probleem is niet nieuw hoor. Nunspeters en Elspeters kunnen nu eenmaal slecht met elkaar overweg. Trouwens, een jaar of vijf geleden was het nog veel gekker. Ik ken iemand die altijd een pak chocomelk meenam en zonder pardon over de tegenliggers goot. Zo bont hebben wij het nooit gemaakt.”

Jelle en Erwin heten in werkelijkheid anders.