Het zijn eigentijdse thema’s waar de jongeren uit het boekje vragen over hebben. Ze zijn uit het leven gegrepen. Letterlijk, want de jongeren die de vragen stellen, spreken vanuit hun situatie op school of op hun werk. Ze liepen tegen moeilijkheden aan en klommen in de pen om de dominee een vraag te stellen.
Achtereenvolgens komen omgaan met andersdenkenden, het bestaan van God, lijden in de wereld, normen en waarden, het waarom van het sterven, de Bijbel en de Koran, euthanasie, de zondag en het leven als christen aan bod.
Moslimjongeren
Zo gaat de predikant in gesprek met ene Tom, die op zaterdag in de Albert Heijn in contact komt met moslimjongeren. Ze beweren dat de Koran het échte boek van God is. „Ik zat er wel mee. Ik wist namelijk niet hoe ik die jongens ervan kon overtuigen dat alléén de Bijbel Gods Woord is.”
In een zestal mails geeft ds. Visscher interessante feiten en informatie over de Koran, maar het concrete antwoord op de vraag blijft eerst nog uit. Een kracht van dit boekje is dat de desbetreffende jongeren doorvragen in vervolgmails. Tom: „Het is wel interessant om wat meer achtergrondinformatie te horen, dominee. Toch zit ik nog steeds met de vraag: Hoe weten we nu dat de Bijbel het Woord van God is en de Koran niet?”
Dat geeft de auteur de gelegenheid om de betekenis van Gods Woord puntsgewijs weer te geven: dat de Bijbel een geschiedenis heeft doorgemaakt, een rijke en gevarieerde inhoud heeft, dat de profetieën tot nu toe uitgekomen zijn en dat de Bijbel oproept tot geloof in Christus. Een gewaagde opmerking is om moslimjongeren de vraag voor te leggen waarom er zo veel moslimterroristen zijn.
Werk op zondag
Jan heeft een heel ander probleem. Hij werkt in een winkel die op zondag open is. „Mag ik daar wel blijven werken als ik op maandag de rommel van de zondag op moet ruimen”, is zijn vraag.
Ds. Visscher maakt in zijn antwoord onderscheid tussen noodzakelijk en niet noodzakelijk werk op zondag. „We hebben die dag gekregen om de Heere te heiligen. Op de rustdag kunnen we de dingen doen waar we in de week niet voldoende aan toekomen.” Als voorbeelden geeft de predikant het naar de kerk gaan, Bijbellezen of Bijbelstudie doen. Ook het bezoeken van zieken hoort hierbij. „Doe dus geen huiswerk op zondag. Dan handel je tégen het vierde gebod.”
Jan stelt ook nog de vraag waarom christenen de zondag vieren en niet de sabbat, zoals de Joden dat deden. Ook legt hij de predikant het gevaar voor van „allerlei verkeerde wetjes en regeltjes op de rustdag.” Ds. Visscher wijst daarbij niet op het belang van de regeltjes, maar hoe het in je hart is. „Als daar de liefde Gods in woont, dan krijgen we de rustdag juist lief om te gebruiken tot Gods eer.”
Realistisch
”Mails van jongeren” ademt een realistische sfeer en is in die zin een mooie aanvulling op het boekje ”Kom er maar voor uit”, dat in 2012 verscheen.
Als je op je werk of tijdens je studie moeilijke dingen tegenkomt, is deze nieuwe uitgave een aanrader. De keuze om de gesprekken in mailwisselingen vorm te geven, komt eigentijds over en de directe aanspreekvorm leest makkelijk weg. Toch komen sommige vragen –hoewel terecht gesteld– soms wat uit de lucht vallen, zodat je als lezer al snel doorkrijgt dat het niet om ‘echte’ mailwisselingen gaat. Maar als je om antwoorden verlegen zit, zul je dat geen enkel probleem vinden.
Mails van jongeren, ds. W. Visscher; uitg. De Banier, Apeldoorn, 2014; ISBN 978 90 336 09886; 136 blz.; € 9,95.