„Da's een vlotte; die weet van aanpakken", valt de vrouw uit haar rol als de 'zuster' haar op weg geholpen heeft. Ondertussen praat Franciska's buurvrouw op een figurant in voor wie als een paal boven water staat dat in de zon zÃtten veel aantrekkelijker is dan in de zon schóffelen. De docentes die het proces beoordelen, verbijten soms hun lach.
Praktijkexamens, gisteren, op de Pieter Zandt scholengemeenschap in Kampen. Na vier jaar vmbo laten de leerlingen zien wat ze kunnen. Schoonmaken, opruimen, het hoort er bij zorg en welzijn allemaal bij. Daar komen doeken aan te pas en emmers water, rode hoofden, en handige han- den, niet te vergeten.
Bij handel en administratie schuift er een pindakaaspot over een computerscherm. Onderdeel van de opdracht. Praktijk is er ook: „O, nee, hè", roept Gerda vanachter een kassa van de stomerij. Niet omdat een klant daar zijn bezoedelde stropdas komt brengen, maar omdat de fotograaf dat wil vastleggen.
De stomerij zou in winkelcentrum American Mall gevestigd kunnen zijn. De personeelsleden daar mogen in hun handen dichtknijpen: ze krijgen een roltrap die alleen maar rolt als er mensen op staan, verlichting die de trap ook alleen dán maar beschijnt, en duidelijke uitleg door de technische dienst over de werking van het hele geval.
Het zit allemaal in de opdracht die de jongens van elektrotechniek voor hen uitvoeren. Wim Pruiksma was er in dik een dag mee klaar. Wat niet betekent dat hij van plan is de snelste elektricien van Nederland te worden. „Ik wil in het leger. Hoewel, je hebt daar natuurlijk ook monteurs nodig."
Bernard van Olst zet de zaag in een pvc-buis, nodig voor het groepenkastje dat hij voor de portiersloge van een bedrijf ontwerpt. Met een serieschakelaar voor drie lampen en een elektrische schakelaar waarmee de portier verkeerslichten kan bedienen. „Niet moeilijk."
Bij bouwtechniek biedt het theorielokaal op de eerste verdieping naar twee kanten zicht op het praktijkwerk op de begane grond. Boven krijgen de examinandi minitoetsen, een tekening, een schets, een materiaalstaat en een werkvolgorde voor hun kiezen voordat ze beneden de uitvoering ter hand nemen: een raamkozijn fabriceren voor internetcafé Het Apenstaart.
„Makkelijke opdracht", zegt timmerman in spe Cornelis Post. „Dit is trouwens niet wat ik na het examen ga doen. Ik ga niet machinaal, maar naar buiten, de woningbouw in."
Ondertussen knijpt Jan Martin Bakker een lijmtube halfleeg op de verbindingen die op de pennenbank gemaakt zijn. „Als wij zeggen dat ze te veel lijm gebruiken, zeggen de jongens: Beter te veel dan te weinig, meneer", zegt een docent. En dan nóg kan het beter, vindt Jan Martin: „In het echt gebruik je lijm die veel handiger is. Maar ja, die is duurder."
Van het apparaat dat bij metaaltechniek wordt vervaardigd, is de functie minder duidelijk. „Als de wind erin blaast, gaat hij roteren", wijst een docent. „Binnenin zit een dynamo en als die hard genoeg draait, gaat er een ledlampje branden. De laatste jaren maakten de jongens bij het examen vaak speelgoed; deze keer is het weer eens een mechanische opdracht. Het draaiwerk moet nauwkeurig; bij het plaatwerk hoeft dat niet zo. Dat moeten de jongens in de gaten hebben om op tijd klaar te zijn."
Johan Kooiker heeft het door: „Dit doorknippen hoeft niet zo precies; straks vijl ik het rond. Je moet hier in korte tijd best wel veel doen." Wat voor Pieter van Slooten geen verhindering is om uit te leggen waarom hij de verzinkboor op het metaal zet: „Zo'n gat ziet er niet uit; zo maak je hem mooier, en je voorkomt dat de schroef erdoorheen valt."
Klinkt vakkundig. „Wij zijn de professionals en hij", wijst Jan Loosman naar zijn buurman, „loopt stage bij ons." Maar daar krijgt hij zelf een kleur van.
Extra foto's:
tekst L. Vogelaar beeld RD, Anton Dommerholt