Het is nacht. Een dikke, duistere, zwarte nacht. De klok heeft net één uur geslagen, de straten zijn uitgestorven. Over de weg rijdt een auto met daarin vijf examenklassers: Daniël Tiemstra, Niels Klop, Wilbert Bor, Matthijs Slieker en Harm van Dalen. Ze zijn op weg naar Schoonrewoerd, waar meneer Kaan woont. Rond halftwee bellen ze aan. Eén keer, twee keer.
Boven gaat het licht aan. Zijn vrouw kijkt uit het raam, komt de trap afgelopen en doet open, met achter haar manlief. Hij kijkt de jongens wat verdwaasd aan. „Alstublieft meneer, een Kwekkeboomkroket en een flesje witbierâ€, zeggen die. Terwijl het bij de docent langzaam begint te dagen, vertrekken de jongens weer. Op naar de volgende leraar.
Waarom gingen jullie ’s nachts bij docenten langs?
Harm: „Het was een examengrap. Vorige week stelden we met z’n vijven een enquête op voor alle leraren die lesgeven aan vwo 6. Een van de vragen was: „Waar kunnen we u ’s nachts voor wakker maken?†De één antwoordde chocoladebollen, de ander wilde roze koeken. Donderdag hebben we alle enquêtes verzameld en de producten gekocht die we nodig hadden. We hebben een routebeschrijving opgesteld naar het huis van verschillende leraren. Rond een uur of twaalf gingen we op weg, om zes uur waren we klaar.â€
Welke route hebben jullie afgelegd?
„Na Schoonrewoerd gingen we naar het huis van onze wiskundeleraar. We belden wel tien of vijftien keer aan, maar niemand deed open. De volgende dag kwamen we erachter dat hij verhuisd was.
Onze scheikundeleraar gaf aan dat hij ’s nachts wel uilen wilde fotograferen. We zijn naar de Action gegaan, kochten een stenen uiltje, zetten dat hem voor op de auto en belden aan. Het was inmiddels halfdrie ’s nachts. Hij deed de deur open en zei: „Hier ben ik niet van gediend. Dit kan niet door de beugel.†Wij: „Maar meneer, u heeft gezegd dat u ’s nachts uilen wilde fotograferen.†„Niks mee te makenâ€, zei hij en deed de deur dicht.
Vervolgens zijn we naar onze godsdienstleraar gereden, die helemaal in Spijk woont. Hij wilde graag een chocoladebol, dus die heeft hij om drie uur naar binnen zitten werken. Onze leraar aardrijkskunde uit Hendrik-Ido-Ambacht gaf aan dat hij uitleg wilde krijgen over een bepaalde aardrijkskundige theorie. Die hebben we hem gegeven; na één keer bellen stond hij al beneden.
Vervolgens gingen we naar de deelteamleider. We vonden het namelijk een beetje laf om naar alle leraren te gaan behalve naar hem. Ook al had hij gedreigd dat leerlingen bij een uit de hand gelopen examenstunt niet mee naar het afscheidsfeest in Parijs zouden mogen. Gelukkig reageerde hij heel goed.
Onze leraar biologie in Gorinchem hebben we een bord rijstepap overhandigd. De vrouw van deze leraar stond boven aan de trap te lachen. En nee, wij hebben niet meegegeten. Daar hadden we weinig zin in.
De leraar Duits heeft een pak roze koeken gekregen. En als afsluiter gingen we naar onze docent Nederlands. Het is een wat oudere man, en hij was wat bang toen hij vijf jassen voor de deur zag staan. „Wie is daar?†vroeg hij. „Vijf leerlingen van schoolâ€, riepen we terug. Hij kwam in zijn nachtkleding naar buiten. We hebben hem een bak ijs en een fles wijn gegeven.â€
En daarna zijn jullie in bed gedoken?
„Nee, we hebben ontbeten en zijn naar school gegaan. We waren wel brak natuurlijk, maar onze biologieleraar had gezegd: „’s Avonds een vent, ’s morgens ook een vent.†En de reacties die we op school kregen waren erg leuk. Vrijwel alle leraren konden er hartelijk om lachen.
Ook een leuke examengrap? Meld het Puntuit via info@puntuit.nl.
tekst Jacomijn Hoekman; beeld RD, Willemien van de Ridder