Dit is een regelrechte aanval op de leer van de verkiezing. Denk niet dat deze gedachte alleen bij onbekeerde mensen leeft. Hij kan ook in je hart komen als je een kind van God bent. De duivel fluistert het je dan in: „Jij bent niet uitverkoren. God haat je en heeft je verworpen. Je zult niet zalig worden, ondanks al je bidden en worstelen.” Als je zo aangevallen wordt, kun je niet meer hartelijk geloven.
Zo’n aanval komt altijd van buiten?
Was dat maar waar! Aanvallen komen ook voort uit je eigen ongelovige hart, bijvoorbeeld als je God wilt dwingen om je te verzekeren van je verkiezing. Het kan niet anders of dat levert slechte gedachten over God op.
Zo’n gedachte dat je niet verkoren bent, kan vreemd genoeg ook opkomen uit je hart als je juist diepe inzichten hebt in je verlorenheid. Zeker als God wacht met het verhoren van je gebeden, kan de gedachte dat je een verworpene bent, zomaar in je opkomen. Wat kan dát een moeilijke weg voor je zijn, zeker als je uiteindelijk met zekerheid de conclusie trekt dat je nooit meer zalig kunt worden.
Wat moet ik doen als ik in zo’n situatie zit?
De Enige Die je helpen kan, is de hemelse Dokter. Denk na over de volgende dingen:
- Probeer afleiding te zoeken door over andere dingen na te denken. Stop met piekeren en tobben over de uitverkiezing, want dat brengt je helemaal niets. Heb je er rust, vrede en geestelijke kennis door gekregen? Nee toch! Waarom kwel je je dan nog langer? Werp al die opstandige gedachten weg.
- Je hebt geen enkel goed argument om te denken dat je niet verkoren bent. Het is vreselijk dwaas om te proberen de dingen te bedenken die God geheimhoudt. Je voelt dat je nooit meer bekeerd kunt worden? Dat is niet waar. Je beeldt je maar wat in. Nergens in de Bijbel staat dat jij verworpen bent, dus dat kun je niet weten. En misschien heb je geen helder gezicht op je geestelijke staat en op de genade die God je gaf.
- Houd je aan de wil van God, die Hij heeft geopenbaard in Zijn Woord. Wat je daarin leest? Dat God Zijn Zoon Jezus Christus aanbiedt. Denk toch niet dat God jou zou verhinderen om te geloven. God is de oorzaak niet van jouw verdoemenis. Blijf je in je zonden? Dan is dat je eigen schuld. Nogmaals: houd je aan het Woord van God en stop met je eigen gedachten. Zoek Christus, geloof in Hem, bid en strijd tegen de zonden.
Uit: ”Helder en klaar, deel 1. De Redelijke Godsdienst van À Brakel uitgelegd”