De Puntuitbodywarmer maakt me assertiever dan ooit. Speurend loop ik de markt over. Het aanbod om een ontbijtkoek doormidden te slaan voor slechts 1 euro sla ik af. Ik kom voor iets belangrijkers. Het lijkt me slim om mijn pen in eerste instantie te ruilen voor iets eetbaars. Iets warms.
Het enthousiasme van de vrouw achter de stroopwafelkraam is echter ver te zoeken. „Ze zijn hier net al geweest met een ruilactie. Ik kan niet bezig blijven.”
Oliebol
Dan maar verder. Het is koud, maar nog wel droog. De oliebollenkraam van Brood en banket E. de Vries ziet er extra aantrekkelijk uit. Wie heeft er met dit weer nu geen trek in een oliebol? De verkoopsters zijn wel in voor de ruil. Een pen voor een oliebol. De eerste ruil is een feit. Nooit geweten dat het zo makkelijk ging. Gelukkig zit er een zakje om de oliebol heen. Het begint te regenen.
En nu zorgen dat ik hem kwijtraak voordat hij koud wordt. Wellicht is het een goed idee hem te ruilen tegen iets anders eetbaars? Iets wat niet kan afkoelen? Bolussen bijvoorbeeld. Maar de verkoopsters van bakker Koot vinden het maar niets: „Daar doen we niet aan mee.”
Tassenkraam
De man bij de tassenkraam lacht me blijmoedig toe. Hij ziet eruit alsof hij wel trek heeft in een oliebol. Ik grijp mijn kans. Even is er een misverstand. „Wat?! Een relcompetitie?” Nee, daar kwam ik niet voor. Voor een ruilcompetitie wil deze Lekkerkerker zich wel inzetten. Gul pakt hij een tas van zijn kraam. Kiezen mag ik niet, maar hij is ervan overtuigd dat deze tas meer waard is dan de oliebol. En ik ook. We steken gelijk over.
De tas lijkt me een prima ding. Ik vind hem vooral geschikt voor mensen boven de vijftig. Maar dat betekent niet dat ik niet met jongeren kan ruilen: wie mijn veroverde object zelf niet mooi vindt, kan het altijd nog weggeven. Aan een buurvrouw, bijvoorbeeld, een oudtante of een schoonmoeder.
Mijn oog valt op de kraam van een man die zelfgemaakte bezems verkoopt. Ik houd hem de tas voor. „Erg geschikt voor uw vrouw”, zeg ik. Het verhaal over de ruilcompetitie komt er steeds vlotter uit. Hij knikt bedachtzaam. Maar zijn vrouw schudt haar hoofd. Waarom? Zou ze de tas soms niet mooi vinden? Ik kan het me niet voorstellen. Mooi zwart met een gouden gesp; past precies bij haar. Nee, nee, dat is het niet. Ze haast zich om mij van het tegendeel te overtuigen: „Het is een mooie tas, maar ik heb hem niet nodig.”
Dat is duidelijk genoeg voor haar man. Zijn vrouw heeft gesproken, zij heeft het laatste woord. Ik kan hem niet meer overtuigen. Hij heeft er zelfs geen behoefte aan om in de krant te komen, want het zal zijn handel niet bevorderen: het is de eerste en de laatste keer dat hij op deze markt staat.
Drijfnat
Dan maar naar de kussenkraam. De man in oud-Veluwse kledij ziet eruit alsof hij wel in is voor een goede ruil. Maar helaas, hij blijkt niet de eigenaar te zijn. En de man aan de overkant schudt zijn hoofd. Zo’n tas is niets voor hem.
Met iets minder moed ga ik de andere kramen af, maar ik krijg steeds nul op het rekest. Bij veel kramen zijn ze me voor geweest: kinderen die óók bezig zijn met een ruilactie. Blijkbaar is mijn timing niet zo goed. Helemaal niet goed zelfs, want het begint te storten.
Ach, de markt duurt nog tot vier uur. Ik heb nog tijd genoeg. En ik ben blij met de capuchon aan mijn Puntuitbodywarmer. Snel verder, naar een kraam met houten speelgoed. Helaas, de verkoopster is onverbiddelijk: „Dat doe ik uit principe niet.”
Op naar de volgende dan maar. Of niet? Ik word opgeschrikt door een omroepbericht. „Attentie. In verband met het komende slechte weer verzoeken wij iedereen onmiddellijk op te gaan ruimen. Bedankt voor uw komst.” Wat is dit? Het is nog maar kwart over twee. De markt stroomt leeg. Daar gaan de mensen met wie ik nog had willen ruilen. Hier houdt het op, besef ik. Mijn kleren en schoenen zijn drijfnat.
Ik druip af. Letterlijk. De tas is meer waard dan de RD-pen. Dat in ieder geval. Het is een prachtige tas. En geen afdankertje maar gloednieuw. Waarom houd ik dan toch het idee dat deze ruilactie in het water is gevallen?
----
RD-pen
De ruilcompetitie. Vier redacteuren gaan de uitdaging aan. Wie van hen ruilt een RD-pen tegen het waardevolste voorwerp? De geruilde spullen zullen worden geveild. De opbrengst gaat naar de gezamenlijke noodhulpactie Oost-Afrika van Woord en Daad, ZOA-Vluchtelingenzorg, Red een Kind en Dorcas.