----

Mijn wollewitte wantenhanden

woelden in de wattensneeuw,

poedersuiker rollend tot

een knikkerronde kop.

Toen stond ik stil

en staarde

met in mijn hand

de sneeuwpopkop

over ’t wijde weiland

waaroverheen de wilde wind

al suikerstrooiend woei.

Mijn warrelend vlokkende gedachten

dwarrelden op

en door elkaar,

totdat ik smeltsneeuw

in mijn hand had.


-

Mijn wollewitte wantenhanden

woelden in de wattensneeuw,

poedersuiker rollend tot

een knikkerronde kop.

Toen stond ik stil

en staarde

met in mijn hand

de sneeuwpopkop

over ’t wijde weiland

waaroverheen de wilde wind

al suikerstrooiend woei.

Mijn warrelend vlokkende gedachten

dwarrelden op

en door elkaar,

totdat ik smeltsneeuw Dit artikel hoort bij het thema: Acties : Gedichten