De lucht is blauwer nog dan blauw.

De motor murmelt zachtjes onder

wijde bomen door.

Gewillig als een lint –

zo kronkelt ’t Biesboschwater

om het eiland heen, bocht na bocht,

ver van de mensen lijkt het wel.

Een oude boerderij, een schaap

dat graast, een man in overall.

Plons! Een fuut neemt

snel een duik. En de vogels fluiten,

fluiten maar. Een stilte

die geen mens zich maken kan.