Voorzichtig schuifelt Sander naar de bank en gaat zitten. Hij vertelt. Al is het met een beetje tegenzin. Want wat hem betreft hoeft er geen artikel in de krant. „Al heb ik dan een zwaar jaar achter de rug, vergeleken met vele anderen heb ik het nog prima voor elkaar.”

Een zwaar jaar was het zeker. Op verschillende fronten. Niet alleen waren er thuis zorgen om zijn depressieve vader, maar ook op school wilde het niet lukken. Sander zakte vorig jaar voor zijn havo-examen. Ondanks zijn inzet: hij zat dag in dag uit te blokken.

In actie

Een andere gebeurtenis zal hem mogelijk langer heugen. Het is november vorig jaar. Sander gaat een avondje zaalvoetballen. „Na een rare beweging tijdens een actie voelde mijn knie vreemd aan. Het leek alsof alles loshing.”

Sander voelt veel pijn, maar gaat de volgende dag toch „gewoon” naar zijn werk, bij een kippenboerderij in Barne­veld. „Net als anders op de fiets. Het trappen ging alleen niet zo lekker, dat deed ik daarom staand.”

Rond twaalven houdt Sander het voor gezien op zijn werk. De pijn is te heftig.

In de weken die aanbreken, volgen verschillende ziekenhuisbezoekjes. Uit een MRI-scan blijkt dat er verschillende fragmenten uit de knieschijf van zijn linkerbeen zijn afgebroken. Door slijtage van het bot en het kraakbeen.

In de kerstvakantie halen artsen de losse stukjes uit de knie. „Er is ook een gat geboord in het bot, dat moet de aanmaak van kraakbeen stimuleren.”

Pas na de operatie dringt de ruwe werkelijkheid tot Sander door. Zijn jongensdroom ligt in duigen. „Sinds ik jong was, wilde ik in het leger.” Sander begint te glunderen als hij erover praat. Hij vervolgt enthousiast: „Ik wilde altijd bij de mariniers, want ik houd van actie. Tot het uiterste gaan, de grenzen op­zoeken, het lijkt me heel gaaf. Zoiets geeft een kick. Een normale soldaat zijn: niets voor mij.” Een toekomst in het leger is nu uit het zicht verdwenen. „Dat kon ik eerst maar lastig accepteren. Maar voor elk probleem is wel een oplossing”, klinkt het nuchter.

Na wekenlang stilzitten, zet Sander begin februari weer wat stapjes. „Dat vond ik echt een wonder. „Ik kan weer gewoon lopen”, schoot het door me heen.” Het is nu vooral veel oefenen geblazen. Rekken, strekken, buigen.

Eigen ongemak

De periode thuis blijkt ook nuttig. Het zet Sander aan het denken. „Je leert je eigen ongemak te relativeren. Hoeveel jongeren hebben niet een ernstige ziekte? Ook leer je je vrienden kennen en waarderen. Er kwamen gelukkig vaak vrienden –en ook familie– langs. Daar heb ik veel aan gehad.”

De Barnevelder biecht ook iets op. „Ik had nooit met een zere knie moeten doorlopen. Van tevoren deed mijn knie al pijn, schijnbaar zaten er al scheurtjes in het bot. Maar ik ben behoorlijk eigenwijs en ging gewoon door. Nu weet ik dat ik daar beter op moet letten.” Een leerpunt, aldus Sander.

Toekomst

Hoe hij de toekomst ziet? „Het ziet er positief uit. Ik fiets weer en de krukken zijn weg. Binnen een halfjaar hoop ik weer te kunnen springen en sprinten.”

Sander blijft „natuurlijk” sportief en houdt nog steeds van actie. Een toekomstig beroep moet daar dan ook bij aansluiten. „Op termijn wil ik graag bij de politie aan de slag. Vooral hoofdagent lijkt me wel wat. De keuringen daarvoor zijn minder streng dan in het leger, maar ook die kom ik voorlopig nog niet door.” Dat duurt nog wel een paar jaar. „Eerst moeten de spieren rond mijn knie sterker worden.”

Voor de niet-gehaalde vakken van zijn havo-examen heeft hij inmiddels certificaten binnen. Momenteel oriënteert Sander zich op een vervolgstudie. „Het wordt criminologie of maatschappelijk werk en dienstverlening.”

Hij strekt zijn linkerbeen. Tijd voor een oefening. „Anders wordt-ie stijf. De kruisbanden moeten soepel blijven.”

-

De chequeactie van Puntuit leverde vier finalisten op: Carolina Klaassen, Monika Prins, Sander den Hertog en Leantine Schot. Dit is de derde aflevering in de serie. Volgende week deel 4.


-

Beste allemaal,

Hartelijk dank voor het sturen van de mooie kaarten! Het was een enorme verrassing en een heel mooi gebaar dat mijn vriend Bart me had opgegeven, maar ik moet er wel aan wennen dat ik nu in de krant sta. Dat had van mij niet gehoeven. Haha...

Groetjes, Sander