Haar rechterhand duwt tegen het wiel van haar rolstoel. Haar linkerhand heeft ze niet meer; daar bevindt zich nu een prothese.
Ze rijdt zichzelf naar haar kamer. „Hier zitten we in het weekend gezellig met de hele familie”, zegt ze terwijl ze zich naast een stevige stoel parkeert.
Haar slaapkamer bevond zich vroeger boven in het huis, maar sinds Janine bij het ongeluk een dwarslaesie vanaf haar middel opliep, is haar bed naar beneden verhuisd.
Er zijn sinds die dag zo veel confronterende veranderingen in haar leven. Zo ging ze het afgelopen jaar niet meer naar school, maar volgde ze revalidatie bij de Hoogstraat in Utrecht.
In september hoopt ze te opnieuw te beginnen met studeren: ze wil graag een opleiding tot doktersassistente gaan doen. Maar ook dan loopt ze weer tegen haar handicap aan. „Ik zal dan elke dag met de taxi naar school gaan, totdat ik mijn rijbewijs heb en een aangepaste auto kan kopen.”
Even een bus of een trein nemen is geen optie voor Janine. Ook snel de fiets pakken is er niet bij, hoewel ze zich met haar handbike aardig kan redden.
De grootste verandering in haar leven is echter het bijstellen van haar toekomstplannen. „Dat was het moeilijkst”, geeft ze toe. „Ik wilde altijd al graag de zorg in. Toen het ongeluk gebeurde, volgde ik net voor het eerste jaar een opleiding verzorgende.” Ze pauzeert even en slikt dapper haar gevoelens weg. „Dat kan dus niet meer.”
Janine weet zich maar weinig meer te herinneren van het ongeval. Ze kwam die dag juist op haar brommer van het Hoornbeeck College in Amersfoort vandaan, weet ze nog. „Uit tegengestelde richting kwam een bus aanrijden. Daarachter reed een auto die linksaf wilde slaan. Die bus heb ik wel gezien, de auto niet. En de automobilist mij ook niet.”
Janine wordt op haar brommer meegesleurd in de zijstraat. De botsing beschadigt haar lichaam zo erg dat er voor haar leven wordt gevreesd. „Ik herinner me nog dat mensen tegen me aan het praten waren. En dat er twee klasgenoten stonden. Meer niet.”
In de ambulance wordt ze kunstmatig buiten bewustzijn gehouden.
Janine verliest door het ongeval de helft van haar linkeronderarm. Vrijwel al haar ribben zijn gebroken en een van die ribben heeft een long doorboord. Het meest verstrekkend is echter wel de breuk in haar ruggenwervel. „Daarbij zijn zenuwen afgekneld en gebroken, waardoor ik een onherstelbare dwarslaesie heb opgelopen.”
In de week volgend op het ongeluk komt Janine langzaam bij. „Pas toen hoorde ik hoe ik eraan toe was. Maar ik besefte nog niet echt wat dat voor mijn leven betekende.”
Dat besef kwam pas toen ze na drie weken naar het revalidatiecentrum verhuisde. „Als je gaat oefenen, merk je dat het niet lukt, dat je rug niet werkt.”
Hoe het was om zich door zo’n inktzwarte periode heen te worstelen? „Moeilijk”, zegt Janine, met veel understatement. „Ik heb me keihard gestort op wat ik nog wel kon. Misschien heeft dat me geholpen.”
Natuurlijk is ze boos geweest, en verdrietig. Dat is ze af en toe nog wel eens. „Dan sla ik met de deuren”, zegt ze. „Ook al heb ik mijn situatie deels geaccepteerd, je komt er toch telkens opnieuw achter dat je ik hiermee verder moet. Op zulke momenten praat ik over mijn gevoelens, ga ik orgelspelen of een eind fietsen met mijn handbike.”
Maar moedeloos? Ze denkt even na en schudt dan haar hoofd. „Ik heb heus wel eens dagen dat ik liever in bed blijf liggen. Maar dat is omdat mijn bed zo lekker is, en niet omdat ik erg tegen de dag opzie.”
Het kan verleidelijk zijn om de automobilist de schuld te geven van het ongeluk, maar Janine moet er niets van weten. „Hij kan er ook niets aan doen.”
Heeft het ongeluk haar relatie met God verandert? Een moeilijke vraag. „God regeert, dus het ongeluk zal vast wel ergens goed voor zijn. Al kan ik niet bedenken waarvoor.”
Ze veegt met haar gezonde hand over de rand van haar rolstoel, terwijl de prothese stil op haar schoot ligt. „Het geloof geeft wel steun”, zegt ze met schroom. „Ik weet niet wat ik zou moeten doen als ik nergens in geloofde.”
Het troost haar dat ze tot God kan vluchten als het moeilijk is. „En door het ongeval ben ik ook meer gaan nadenken. Over wat voor plan God met mijn leven heeft en waarom ik sowieso nog leef. Anderen zijn door een ongeluk op slag dood. En ik ben er nog.”
-
Dagje uit
Mariëtte Muije en Corieke Veldhuizen gaven Janine op voor de cheque-actie van Puntuit, omdat Janine een heel goede vriendin van hen is en ze bewondering hebben voor haar mentale kracht. „Ze is erg positief en wil graag vooruit. We zijn trots op haar en gunden het haar dat zij een dag onbezorgd kon genieten.” Het idee om te gaan zitskiën kwam van Janine, die graag sportieve dingen onderneemt en zich zo min mogelijk wil laten beperken door haar handicap. „Het was heel leuk”, zegt Janine nadat ze voor de laatste keer met de ski naar beneden is gegleden. Haar ogen glinsteren in haar gezicht, dat rood is van de kou. „Iedereen die op mij gestemd heeft: bedankt!”
De video van het dagje uit is hierboven te zien.
-
De cheque-actie van Puntuit leverde begin dit jaar vier winnaars op. Henk, Annet, Janine en Daniël worden in het zonnetje gezet en krijgen van Puntuit een uitje naar eigen keuze aangeboden. Lees hier de {eerste# http://www.puntuit.nl/dossiers/cheque_2_1566/henk_post_21_kan_niet_praten_eten_en_lopen_met_video_1_626170} en de {tweede#http://www.puntuit.nl/dossiers/cheque_2_1566/annet_17_ik_weet_niet_of_ik_kan_genezen_met_video_1_628016} aflevering in de serie. Woensdag 18 juni het slot over Daniël Maljaars uit Oostkapelle.