Woensdag 31 oktober 2012. Een doorsneeschooldag voor de Hoornbeeck­studente. Hoewel? Haar ouders gaan een paar dagen op vakantie en diezelfde avond komt een vriendin gezellig logeren.

Vanaf de leslocatie aan de Musschen­broekstraat in Apeldoorn, waar Daniëlle de opleiding sociaal agogisch werk volgt, stapt ze rond 15.00 uur in de bus. Samen met een stel vriendinnen. Op naar de scholen­gemeenschap Jacobus Fruytier, waar ze met het scholierenvervoer mee terug naar Bennekom kan. „Alles leek toen nog leuk, lief en aardig.”

Vanuit het bushokje loopt Da­niëlle richting het plein. Onder­tussen kijkt ze schuin achterom naar haar vriendinnen, die een andere kant op lopen. De bus, die vanaf de weg het plein opdraait, ziet ze niet. „Ik heb hem niet alleen niet gezien, maar ook niet gehoord. Omstanders zouden nog wel „Kijk uit!” geroepen hebben.”

Gillend

De buschauffeur ziet Daniëlle over het hoofd. Met een verschrikkelijk ongeluk als gevolg. De studente voelt een duw tegen haar schouders en smakt op de grond. Van het ene op het andere moment trekt er een snerpende pijn door haar been. De bus is over haar voet en onderbeen heen gereden. Gillend van de pijn ligt Daniëlle op de klinkers. Veel leerlingen zien het ongeluk voor hun ogen gebeuren en kijken geschrokken toe. Sommige jongelui barsten in huilen uit. Iedereen schreeuwt en rent door elkaar heen.

„Ik dacht dat ik elk moment kon flauwvallen.” Maar dat gebeurt niet. Overal ziet Daniëlle bloed en haar knie is één grote gapende wond. Haar legging hangt er in rafels bij en haar laars is kapot. „Er ging op dat ogenblik van alles door me heen. Zou mijn knie nog weer genezen? Moet mijn been eraf?”

Hulpdiensten arriveren snel. Zo snel mogelijk dient het ambulance­personeel haar morfine toe tegen de pijn. „Ook praatten ze met me om te controleren of ik nog wel helder was.” Om het been van Daniëlle te laten ontspannen, krijgt ze een slaap­middel. De broeders tillen haar op de brancard en brengen haar naar de ambulance.

Helemaal high

Tijdens de rit naar het ziekenhuis ontwaakt ze weer. Door de medicatie ziet ze opeens alles door een rooskleurige bril. „Ik was helemaal high en zei allemaal grappige dingen. Mijn vriendin, die mee was, zei dat ze het een heel maffe ambulancerit vond.”

In de tussentijd zijn pa en ma Mekelenkamp ingelicht. Op een Limburgs terrasje horen ze van het ongeluk. Ze schrikken enorm. Snel boeken ze uit bij het hotel en zetten ze koers naar Apeldoorn.

In het ziekenhuis maakt een chirurg röntgenfoto’s van de botten in Daniëlles been en voet. Wonder boven wonder blijkt er niets gebroken te zijn. „De dokters snapten er niets van en geloofden hun ogen niet. Ze konden zich niet voorstellen dat er door het gewicht van de bus niets was gebroken.”

Het been zelf is er ernstig aan toe. Een jaap van ruim 20 centi­meter ontsiert het onderbeen en de knie ligt open. Nog dezelfde dag wordt er schoongemaakt, gehecht en gespalkt. De eerste nacht in het ziekenhuis is een drama voor Daniëlle. „Ik deed geen oog dicht. Het ongeluk beleefde ik steeds weer opnieuw. Je blijft er op zo’n moment aan denken.”

Vies en eng

Tijdens het gesprek wijst Daniëlle op haar in verband gewikkelde linkerbeen. „De knie is nu vrijwel dicht. Maar bij de behandeling van mijn onderbeen hebben ze in het ziekenhuis niet goed opgelet. Er kwam een bacteriële infectie in. De wond is nog steeds een beetje open.” Pa Mekelenkamp pakt zijn iPad en laat enkele griezelige foto’s zien. „Brrr... Nee, zelf kijk ik nog niet naar de foto’s. Ze zijn vies en eng”, rilt Daniëlle.

Na zes dagen in het ziekenhuis te hebben gelegen, mag ze terug naar huis. Wat volgt is revalideren, revalideren, revalideren. „Eerst duizelde het me al als ik alleen nog maar moest gaan staan.”

Inmiddels gaat het lopen Daniëlle steeds beter af. Daar zijn dan ook wekenlange oefeningen met de fysiotherapeut aan voorafgegaan. Met een looprek, twee krukken, één kruk en inmiddels geregeld zonder hulpmiddelen.

In december gaat ze weer naar school en sinds de kerstvakantie hoeft ze zelfs geen les meer te missen. Inmiddels loopt ze stage op een kinder­opvang. „Dat gaat redelijk. Soms vergeten ze alleen dat je een zeer been hebt; de kids gaan er dan aan hangen.”

Haar bijbaantje bij de keurslager in Bennekom heeft ze nog niet opgepakt. „Dat mis ik, want ik had het er erg naar mijn zin. Maar zolang ik nog een open wond heb, is het werken met vlees gevaarlijk vanwege eventuele bacteriën.”

Meer respect

Daniëlle erkent dat het ongeluk haar veranderd heeft. „Niet alleen let je beter op in het verkeer, maar ik heb ook meer respect gekregen voor mensen die altijd in een rolstoel moeten zitten.”

”Blij” en ”dankbaar” zijn woorden die extra betekenis hebben gekregen voor de Bennekomse. „Je denkt zo vaak dat het ook anders had kunnen aflopen. Als de bus over mijn hoofd gereden was, had ik niet meer geleefd. Zo kom je erachter dat het leven kort en kwetsbaar is.”

Soms speelt ook boosheid Daniëlle parten. Vanwege de aanhoudende, zeurende pijn, of als het allemaal niet zo gemakkelijk gaat. „Ik heb er echt zin in om weer normaal te kunnen douchen, goed te kunnen lopen, fatsoenlijk in de auto te stappen en te kunnen fietsen.” Met een grijns op het gezicht: „Als ik dat allemaal weer goed kan, geef ik denk ik een feest.”

-

Chequeactie

De chequeactie van Puntuit leverde dit jaar vier finalisten op: Nathalie, Daniëlle, Corianne en Karin. De meiden vertellen de komende weken op woensdag hun verhaal. Winnares Karin wordt nog een keer extra in het zonnetje gezet omdat ze van Puntuit een uitje naar keuze krijgt aangeboden. Dit is de tweede aflevering in de serie. Volgende week deel 3.

{Klik hier#http://www.puntuit.nl/dossiers/cheque_2_1566/nathalie_16_leeft_elke_dag_met_stekende_pijnen_1_715127} voor de eerste aflevering.


-

Beste lezers,

„Wow”, was het eerste wat ik dacht toen ik de stapel kaarten zag!

Op veel kaarten stond iets aardigs geschreven, erg leuk om te lezen. En wat lief dat zo veel mensen meeleven, daarvoor wil ik iedereen bedanken!

Groetjes,

Daniëlle