De parlementariërs deden het opvallend rustiger aan dit jaar, want alle hoedjes bleken over het algemeen vrij ingetogen te zijn. Voorgaande jaren leken de politieke kopstukken gesponsord te zijn door de plaatselijke groenteboer of scheepsbouwer. Zij tooiden hun hoofden met bijna complete fruitschalen of slagschepen. Maar dit jaar was dat duidelijk niet het thema. Zelfs Marianne Thieme had dit keer een ‘gewone’ hoed, zonder boodschap. Alleen minister Bussemaker was uitgedost met een soort van uit de bocht gevlogen struisvogelachtige.
Deze ingetogenheid en eenvoud staat mij wel aan. Zelfs in de Reformatorische kerken kunnen we daar nog veel van leren. Zondags zien we soms ook menig futuristisch object de revue passeren, zonder dat er over nagedacht is of de hoed zou kunnen afleiden. Zo heb ik wel eens een hele zondag achter een vrouw gezeten met een hoed met zo’n bibberveertje, dat precies in mijn zicht heen en weer wipte.
Wat weinig mensen weten, is dat Erica Terpstra trendsetter was van de hoedengekte op Prinsjesdag. Zij zette in 1977 een hoed op om zich van de grijze massa te onderscheiden. Sindsdien hebben we heel wat potsierlijke hoofddeksels lang zien komen op de derde dinsdag van september. Gelukkig hoeven we ons daar 's zondags niet aan te houden.