Vanaf nu worden de dagen alleen maar langer en warmer. Ik voel een onbedwingbare drang om de ramen te lappen. Gewapend met emmer en spons begeef ik me naar mijn kamer. Onder het motto “Als je het doet, moet je het ook goed doen” besluit ik de binnen én buitenkant schoon te maken. Met wat acrobatische toeren slaag ik hierin. Terwijl ik half uit het raam hang met nog één voet op de vensterbank, komt de achterbuurman aanfietsen. Bemoedigend roept hij dat het netjes wordt. Als ik even later het raam sluit, steekt hij zijn duim op.
Binnenkort haal ik mijn kledingkast leeg. Gaan mijn winterjas, mijn truien en warme sokken naar zolder en haal ik mijn zomerjurkjes en teenslippers tevoorschijn. Glimlachend bedenk ik me dat we weer heerlijk in de tuin gaan genieten van lange zomeravonden. En onvermoeibaar zullen badmintonnen en watergevechten houden. En last but not least, gezellig kletsen in het schemerdonker rond de vuurkorf met een glaasje wijn en chips.
Tevreden kijk ik naar de schone ramen. Ik zet een pot narcissen in de vensterbank, laat het voorjaar maar beginnen!