Inmiddels liggen mijn schaatsen al een paar jaar in de schuur. De winters zijn zacht. En de schaatsen zijn door iedereen vergeten. Rond de jaarwisseling hoopte niemand nog op een strenge winter, Behalve mijn oma. Ze hield de moed erin door een oude spreuk van stal te halen. Haar oma zei altijd: ‘’Als de dagen lengen, gaat de winter strengen.’’ Dat bleek vorige week uit te komen. De negatieve getallen kwamen tevoorschijn in de weersvoorspellingen, en de schaatskoorts begon te groeien.
Mijn moeder dook kortgeleden de garage in. Bijna alle dingen moesten van hun plek gehaald worden om de schaatsen tevoorschijn te toveren. Bepakt en bezakt met schaatsen, soms veel te klein geworden, kwam ze thuis. Er ontstond een korte ruzie: Welke schaatsen zijn nu van wie? Toen inspecteerde ik mijn schaatsen: Wat gebeurt er: Het begint maïs te regenen. Mijn ene schaats was gevuld met maïskorrels. Bij nader onderzoek blijken ook de veters niet meer de oude. Ze zijn helemaal aangevreten. Ratten hebben ze gebruikt om hun gebit op peil te houden. De schaats was een opslagplaats voor voedsel tijdens de winter. De boodschap is duidelijk: te lang niet geschaatst.
Helaas, het verhaal krijgt geen happy end. Volgens de wijze mannen in de Bilt zet de vorst niet door. Het gaat snel weer dooien. Jammer, jammer, jammer. We hopen maar dat ze geen gelijk krijgen.