De helft van het afhaalpunt is al leeg. Er staan alleen nog een paar koelboxen met zuivelproducten en wat etenskisten. Veel van de medewerkers zijn al weg.
Om professioneel –en niet als een onervaren stagiaire- over te komen vraag ik of ze nog zuivelproducten wil. Natuurlijk wil ze die pakken vla, verklaart ze. Stel dat ze over heeft, heeft ze genoeg vrienden die ze er blij mee zou kunnen maken. Geen probleem.

Ze vindt zichzelf een beetje op Robin Hood lijken. Hopelijk steelt ze niet van de rijken, denk ik bij mezelf. Maar ik ga uit van het goede in de mens, dus dat zal vast niet. Want eerlijk is eerlijk: zij weet wat maatschappelijk goed is. Zij brengt, terwijl ze relatief arm is, een pak vla bij haar buren. Dat heb ik volgens mij nog nooit gedaan.