Terwijl ik dit nieuwtje lees, moet ik een glimlach onderdrukken. Belangst? Konden ze niets anders bedenken? Ik moet toegeven dat ik misschien ook wel een vorm van belangst heb, maar dat vindt zijn oorzaak in het feit dat (het geluid van) mijn mobiel me nogal eens in de steek laat. Ben ik net vol vuur een sterk verhaal aan het afsteken, hoor ik aan de andere kant: ‘Laura.. Laura?! Ben je er nog? Wat zei je net nou precies?’ ‘Ik eh.., laat trouwens maar, was eigenlijk ook niks belangrijks.’ Op de een of andere manier klinkt hetzelfde verhaal de tweede keer altijd minder leuk.
Een andere categorie die ik ook zeker onder ongemakkelijke belmomenten zou willen scharen is het zogenaamde facetimen. Niets kan het facetimen zo ‘awkward’ maken als mijn vol-in-beeld-geprojecteerde onderkin. Of het moment dat ik schaamteloos naar mijn eigen beeld aan het staren ben en op de gok ja of nee antwoord op de vraag van een vriendin en er dan flink naastzit. Oeeps.
Toch is het wel bizar dat blijkbaar zoveel jongeren serieus last hebben van belangst. Tegelijkertijd ben ik blij dat de psycholoog Peter Nikken aangeeft dat het niet zo is dat jongeren ‘contactgestoord’ zijn. Wat een opluchting. Zolang we dan als jongeren maar niet als contactgestoord bestempeld worden gaat het goed, denk ik. En dat belletje? Probeer het gewoon eens. En als je dan niet meer weet wat je moet zeggen? Doe dan alsof je verbinding niet goed is. Dat werkt. Altijd.