Aan het begin van ons leven vertrekken we vanuit onze geboorteplaats. Een aantal reizigers bevinden zich al in de trein; ouders, familie, broers, zussen. Naarmate onze treinreis vordert, belanden we op de basisschool, het voorgezet onderwijs, het mbo, misschien zelfs hbo. Of de wissel wordt gelegd richting de werkvloer. Regelmatig stappen er nieuwe mensen in of uit.

Er zijn stations waar ik langer zou willen blijven, maar mijn trein vertrekt alweer. Er zijn reizigers die ik langer zou willen spreken,maar ze stappen alweer uit. Er zijn mensen die wat mij betreft mogen uitchecken, maar ze blijven zitten. En tussen al die stations en mensen, vraag ik mezelf wel eens af: waarom? Waarom moeten we dingen achterlaten, die we willen vasthouden? Waarom lopen al die reizigers in en uit mijn leven?

Wij, jongeren, vallen in de klasse van de hogesnelheidstrein, of toch zeker de intercity. Onze ouders en grootouders horen nog bij de oudere categorie. Stoomlocomotieven, zogezegd. Die, als ze ouder worden, puffend door het leven gaan. Ik sta wel eens te kijken van hun levenservaring. Ze hebben heel wat meer kilometers afgelegd dan wij. Op een keer komen ze op hun eindstation, dan stopt hun locomotief, en checken ze uit. We weten alleen niet wanneer.

Soms wil ik wel eens weten hoe de rails van mijn leven verder loopt. Helaas, we kunnen nog geen paar honderd meter vooruitzien. Wat ons te wachten staat bij het volgende station weten we niet. Één ding is wel zeker, ook wij komen eens op het eindstation aan. En dan? Dan geloof ik niet dat we maar één keer leven. You only live twice!