Een Schot zegt eerder dat hij een Schot is, omdat hij zijn eigen identiteit belangrijk vind. Een Engelsman zegt vaker dat ‘ie een Brit is, dat voelt net wat belangrijker.
In de Nederlandse taal ligt het net even wat complexer. Als wij in het buitenland zijn, zeggen wij uit het gemak Holland. Want dat The Netherlands en Les Pays Bas zijn voor ons echte tongbrekers. Maar Friezen vinden dat ze niet in Holland, maar in Nederland wonen. Dus met hun beste Steenkolenengels zegt men The Netherlands, uitgesproken als Zhe Nezhurlents.
Vergeet trouwens niet om Friezen ook Friezen te noemen en geen Frieslanders, want dat zijn aardappelen. Een Zeeuw noem je ook geen Zeelander, want dat bestaat niet eens. Alhoewel… misschien een watervliegtuig?
Vandaag hoorde ik een Duitse vrouw haar dank uiten aan een voorbijganger die haar de weg wees. Overtuigt van haar goede Engels, knikte ze de wegwijzer vriendelijk toe en zei many thanks, wat letterlijk vertaald in het Duits Vielendank moet zijn. Als je dat als Nederlander zou doen, kijken de Duitsers je heel raar aan met je Danke-dich-wohl.
Toch valt de taalbarrière op vakantie vaak wel mee. We komen een heel eind met handen-en-voetenwerk. Ook wel Hands and foot work of Handen-und-Füße-Arbeit genoemd.