Of je hoort vluchtelingen die (bijna?) wanhopig vertellen dat ze wéér een nacht in de open lucht doorbrengen en dat niemand hen helpt. En dan zijn dat nog maar diegenen die het er goed van af hebben gebracht: minder gelukkigen liggen nu op de bodem van de zee.
Als je die beelden zo ziet dan weet je het zeker: die mensen moeten geholpen worden. Wat we ook met ze willen doen, we kunnen ze toch niet dakloos en hulpeloos langs de grenzen van Europa laten zwerven? Hoe kan een christen die het "hebt uw naaste lief als uzelf" ook maar enigszins serieus neemt zoiets laten gebeuren?
Het onverteerbare is echter dat als we iedereen die zich aan Europa’s grenzen meldt binnenlaten, er alleen maar meer zullen komen. En dan gaat het al snel niet meer over tien- of honderdduizenden vluchtelingen, maar over miljoenen. In normale gevallen kun je dan gewoon de procedures volgen: vaststellen waarom iemand op de vlucht is en dan de economische vluchtelingen terugsturen. Echter, kun je iemand die uit Syrië vlucht een economisch vluchteling noemen? Vast en zeker niet: half Syrië is strijdtoneel en de andere helft loopt de kans het te worden.
Als we al die vluchtelingen op willen nemen, zal dat ons heel veel kosten. Het punt is niet alleen dat het geld kost, maar ook sociaal en cultureel zijn de gevolgen immens. Hoe kun je honderdduizenden mensen met traumatische ervaringen, een taalprobleem en zonder diploma’s goed opnemen in een samenleving; zonder wrijving, zonder rellen?
Maar het aantonen van deze praktische problemen kunnen we ons straatje echter niet schoonvegen. Het probleem is er. Nu de oplossing nog.