Verdere sfeerimpressie: ik moest staan tot aan station Amersfoort en had buitenproportioneel veel zin in iets eetbaars. Met andere woorden: van levenslust geen spoortje en de thermometer van m’n humeur ver – maar dan ook écht ver – onder het vriespunt. 


Maar toen gebeurde er iets: de conducteur stapte binnen. “Dag dames en heren, ik kom uw kaartjes en pasjes controleren. En als u een printje hebt, dan controleer ik die ook”. Bij de eerste passagier: “Zo, mevrouw een pasje voor u dus. Het is prima voor elkaar hoor”. Bij een slapende reiziger: “Goedemorgen, ontbijtservice! Uw vervoersbewijs alstublieft. Zo, als je daar helemaal vandaan komt mag je wel slapen ook!”. Daarna bij een paar oude dames die zeggen dat hij de eerste is die hun kaartjes nog afknipt: “Ja, die nieuwen conducteurs krijgen dat niet meer op de opleiding , hé!”. En zo kwam hij van de ene naar de andere treinreiziger, telkens een ander grapje makend.

Hoe hij na mij en de man met de boterham (“Zo meneer, eet smakelijk! Oh, u mag natuurlijk niet praten met eten in uw mond, nou het is prima voor elkaar hoor.”) verder ging, weet ik niet. Wat ik wel weet is dat mijn humeur toen een stuk beter was.