Maar goed, er waren allerlei activiteiten in het kader van deze speciale dag. Op de avond voorafgaand eraan werden diverse mensen uitgeroepen tot Dierenbeschermers van het Jaar. Het "zwanentrio" vond ik het aangrijpendst. Het was geen muziekstuk, maar werd gevormd door drie vrienden. Zij hielden de wacht bij een zwaan die haar eieren moest uitbroeden, zonder hulp van haar doodgeslagen partner. Dat deden zij vijf weken 24 uur per dag. Hulde aan dit drietal. Ook was er een Jonge Dierenbeschermer. Ik laat zijn heldendaden achterwege, maar van mij had hij ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw mogen worden.

Op dierendag zelf kon men dieren met gedragsstoornissen laten onderzoeken op dezelfde universiteit die mij ook probeert bij te spijkeren. Een greep uit de verschillende probleemgevallen is het vermelden waard. Er was een tamelijk evenwichtig levende hond die uit balans raakte van luchtballonnen. Een kater weigerde nog langer zindelijk te zijn, nadat zijn leefomgeving was verrijkt met soortgenoten. En er was ook nog een haplustige hond (vakjargon: killer). Deelname aan het onderzoek was gratis, zowel voor dieren als hun baasjes. Dat mijn universiteit daar nog geld voor heeft. Je zou bijna een voorstander worden van de bezuinigingen op het onderwijs.

Bij mij in de buurt werd er ook aandacht gegeven aan dierendag. Op straat liepen allemaal schoolkinderen die hun knuffeldieren gingen uitlaten. Knuffeldieren zijn veel praktischer in gebruik, ze hebben namelijk totaal geen last van gedragsstoornissen, zijn buitengewoon rustig en draaien gewoon mee met de bonte was.

Bart van der Tang, 6 oktober 2011

beeld ANP