Je hebt bijvoorbeeld mensen die zich beter voelen of zich beter weten en dus sowieso niets met mensen aan de rand van de samenleving te maken willen hebben. Zij ervaren vrijwilligerswerk niet als plicht. En zeker niet als passie.

De tweede groep betreft mensen die zich vanuit plichtsgevoel voor anderen inzetten. Plichtsgevoel omdat ze dit nu eenmaal van huis uit hebben meegekregen. Of omdat ze invulling willen geven aan een Bijbelse oproep. Het voelt een beetje als moeten. Niks erg. Waarschijnlijk bestaan 80 procent van mijn dagelijkse bezigheden uit activiteiten waar ik niet omheen kan. Ik sta er vaak versteld van hoe ik daarvan kan genieten. Moet een bezoek aan een randkerkelijke of koffieschenken bij een daklozenhuis per se leuk zijn? Velen zien er als een berg tegenop. Maar willen het uiteindelijk voor geen goud missen.

De mooiste groep betreft degenen die vanuit passie zich inzetten voor anderen. Ik ben altijd blij als ik hoor van tomeloze, onbetaalde inzet. Zulke vrijwilligers hebben ervaren dat ze van geven rijk worden. Zelfs gelukkiger. Dat is nog wetenschappelijk bewezen ook.

Vrijwilligerswerk? Ik zou geen argument weten om het niet te doen. O ja, je krijgt er niet voor betaald. Maar als je je met een hart vol passie onbetaald inzet voor de ander, word je rijker dan wanneer je met een zak vol verdiend geld naar huis gaat.

Reageren op deze column? Of benieuwd naar eerdere schrijfsels van Petra? Die kun je altijd vinden op puntuit.nl/petra