Natuurlijk wist hij ook wel dat de krantenredacties juist slechtere tijden voorspelden. Volgens de heersende opinie had zijn zoon het beter gehad dan hij. Zijn kleinzoon nog veel beter. Nu dreigde voor het eerst in lange tijd het gevaar dat de volgende generatie het minder zou krijgen.
Maar dat was niet zijn mening. Uiteraard had hij zijn zoon diens luxe bolide en jaarlijkse buitenlandvakantie niet misgund. Evenmin wilde hij zijn kleinzoon kwalijk nemen dat als hij niet op safari of wintersport was, hij de wereld oversurfte via internet. Toch was meer-van-dat-al niet waar híj aan dacht bij een goede toekomst.
Hij keek met andere ogen. ”Christusogen”, noemde hij die zelf. Dat waren van die speciale kijkers die konden zien dat bezit, rijkdom en welvaart zijn als evenzoveel bulten op de rug van een kameel. En die kameel moest door het oogje van een naald. Pas dán zou er sprake zijn van werkelijk uitzicht.
Tegenwoordig zeiden ze dat het er maar om ging dat je je hart er niet op zette. De oude man zuchtte over die leugenleer. Terwijl hij met een ruk zijn fiets weer in beweging zette, was er in zijn hart een gebed. Want al het goede, wist hij, komt van Boven.
Reageren op deze column of meer lezen van Peter? Dat kan altijd via puntuit.nl/peter