Al vele jaren interesseer ik me voor de verkiezing van de machtigste wereldburger. Dat Clinton het van Bush sr. won, hoorde ik om vijf uur ’s morgens via het wekkerradiootje op mijn zolderkamer. Steeds was wel duidelijk welke kandidaat mijn voorkeur had: die van de Bush family natuurlijk. Als ik daar al aan twijfelde, hielp Cinton me met z’n seksuele strapatsen wel op weg.
Het was leuk om vóór Bush jr. te zijn, want heel de wereld was tegen hem. Buiten de VS dan, want daarbinnen werd hij gewoon herkozen. Met zijn oorlogen was hij een havik, maar wie zijn memoires (”Decision Points”) leest, ontmoet een man met oprechte zorg voor de veiligheid in de wereld. En het was toch ook een zegen dat de man zich niet schaamde een ”born-again christian” te noemen?
Maar nu het punt. Bij de vijfde verkiezing die ik op de voet volg, weet ik niet voor wie te zijn. Romney is beter voor pro life en andere christelijke waarden. Maar... hij is mormoon. Dat kan ik niet begrijpen. Mormonen vormen een sekte. Losgeslagen van de brede christelijke traditie huldigen ze vreemde leerstellingen uit een boek van een polygame negentiende-eeuwse profeet.
Een sektariër als president? Als dat maar goed gaat, denk ik dan.