Het was Goede Vrijdag. Voor een volle kerk sprak de dominee over ”alwaar zij Hem kruisten”. Allereerst ging het over de plaats van de kruisiging. Golgotha. Kille martelrots met uitgehakte schachten voor het plaatsen van kruisen. Dorre beenderen langs de weg. Plaats van vloek en oordeel, dood en verderf. Tot daar wilde de Zaligmaker gaan. Voor vijanden! Indrukwekkend. Je kon een speld horen vallen.
Zo eindigde, ongeveer, het eerste punt. De preek zou verder gaan over de daad van de kruisiging. Toen was daar ineens die ritseling, die heel gebruikelijke, maar tegelijk ook onvoorstelbare ritseling. Wij toehoorders vonden het tijd voor een snoepje.
Macht der gewoonte. Pure pavlovreactie: hondje hoort belletje, hondje krijgt water in de bek. Eerste puntje afgetikt, tweede aangevangen: snoepje! Zoals zo vaak op de kostbaarste momenten het leven ook gewoon weer doorgaat. Kindje geboren? Beschuitje. Begrafenis afgelopen? Broodje. Paasdiensten voorbij. Nog berichtjes voor mij?
Het hoogheilig Evangelie van redding en zaligheid klinkt, maar het leven ritselt weer door. Of ritselt de dood? Wij mensen ritselen ons door het leven met snoepjes, koffie, berichtjes, smartphones, kranten en tijdschriften, crisis en Catshuisberaad, werken en chillen.
O Heere, wij zijn Golgotha! Kom en verlos ons van onszelf!