Zo doet men dat als je belijdenis gaat doen? In dit geval vallen mijn Afrikaanse vrienden niet onder ”men”. Toen ik hun vertelde over mijn voornemen, kreeg ik niet de gebruikelijke reactie.

Nadat ik het nodige over belijdenis doen had uitgelegd aan een jongen, vroeg hij me of ik uitkeek naar de zondag. Na mijn antwoord dat ik wel een beetje zenuwachtig was, keek hij me fronsend aan. „Zenuwachtig? Doe je het dan nog maar voor het eerst?”

Een ander was meer ingewijd in de gang van zaken. Hij kende wel iemand die ooit belijdenis had gedaan. „Maar bij zulke mensen wil je toch niet horen? De man die ik ken, gaat met iedereen naar bed terwijl hij een vriendin heeft!”

Nog moeilijker te begrijpen waarom ik belijdenis wilde doen, was het voor een vriend van Sudanese origine. „Iedereen gelooft toch in God?” Het zij hem vergeven; hij woont pas korte tijd in Nederland.

Daar sta ik dan, een stichtelijke psalm in oude berijming zingend met de andere nieuwe lidmaten. „Wat blijdschap smaakt mijn ziel…” Die blijdschap wordt zo mogelijk nog groter als ik enkele kleurlingen opmerk in de schare.

Reageren op deze column en meer lezen van Neline?
>>puntuit.nl/neline