En niet alleen dit; ook gezichten en gezichtsuitdrukkingen variëren er enorm, van aangenaam tot minder aangenaam.
Er bestaat dus een grote diversiteit in mensen. Maar vergis je niet: de diversiteit in dieren is zo mogelijk nog groter. Denk je eens in: alleen al in en op ons lichaam leven zo’n 10.000 verschillende soorten bacteriën. Bovendien telt het menselijk lichaam tien keer zoveel bacteriën als lichaamseigen cellen!
Een grote diversiteit dus, zowel in mensen als in dieren als in andere schepselen. Nu kan deze diversiteit verschillende effecten hebben. Het kan allereerst leiden tot verbazing, wat bij mij het geval was toen ik stond te wachten op station Utrecht Centraal. Maar het kan er ook toe leiden dat je jezelf gaat vergelijken met anderen, want de ander is immers altijd anders. En deze vergelijking kan tot zowel positieve als tot negatieve gedachten leiden. Maar: „door ootmoedigheid achte de een den ander uitnemender dan zichzelf.” Dan kan er alleen maar plaats zijn voor verbazing.