Voor de fractievoorzitters mag dit een feest zijn, oor de gewone kamerleden zijn de Algemene Beschouwingen niet bepaald een pretje. Zij mogen (doorgaans) namelijk helemaal niets zeggen, en daar komt dan nog eens bij dat vanwege de vele interrupties zowel de lunch als het diner en de sluiting van de dag vele, vele uren later plaatsvinden dan gepland. Maar naast mokkende kamerleden zijn er elk jaar ook wel een paar fractievoorzitters die beter in bed hadden kunnen blijven liggen.
Onder andere Emile Roemer (SP) en Geert Wilders (PVV) hadden deze keer de twijfelachtige eer om bij die groep te horen. Roemer had het voor een groot gedeelte aan zichzelf te wijten. Eerst spreken over de bezuinigingen op de zorg, om daarna toe te moeten geven dat er tijdens de kabinetsperiode juist méér wordt uitgegeven is gewoon niet handig. Een tegenbegroting waarbij je met name bezuinigt op ‘bureaucratie’ (waarom is daar nog nooit iemand opgekomen?) ook niet trouwens. Wilders kwam vooral inspiratieloos over, het was het oude verhaal in een nieuws jasje: anti-shariaverklaring, koran uit de Tweede Kamer en (natuurlijk) weg met het derde kabinet op rij dat het allerslechtste flut-kabinet ooit is.
Maar voor zowel SP als PVV zit het echte probleem níet in het matige optreden van hun leiders, maar meer in de tijd waarin we leven. Iedereen is het overeens dat er naar zaken als ouderenzorg, defensie en werkloosheidsbestrijding best wat meer geld zou mogen, maar iedereen snapt ook wel dat we daarmee misschien beter nog een jaartje kunnen wachten. Op zo’n bodem is het ondoenlijk om keiharde oppositie te bedrijven en dan kom je als fractievoorzitter (hoe goed ook) al snel slecht over. Jammer voor Roemer en Wilders, maar hun populisme is momenteel gewoon even niet zo populair.